Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat X zich niet kan beroepen op de door de belastingdienst afgegeven goedkeuring dat inhouding van loonbelasting over het pensioen achterwege kan blijven.

Eiser, X, woont in Kenia en geniet daar een Nederlandse pensioenuitkering. Eind 2006 verzoekt X in samenspraak met zijn toenmalige belastingadviseur om vrijstelling van inhouding van loonheffing over de pensioenuitkering. Een jaar later beslist de belastingdienst positief op dit verzoek. In geschil is of de belastingdienst handelt in strijd met het vertrouwensbeginsel door de uitkering vervolgens in 2007 wel in de heffing van inkomstenbelasting te betrekken.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat X zich niet kan beroepen op de door de belastingdienst afgegeven goedkeuring dat inhouding van loonbelasting over het pensioen achterwege kan blijven. De rechtbank overweegt dat deze toezegging op onjuiste gronden berust en de (toenmalige) belastingadviseur dit had kunnen en moeten weten. Daarbij komt dat de goedkeuring ziet op het achterwege laten van inhouding van loonbelasting en dus niet rechtstreeks een vrijstelling van inkomstenbelasting behelst. Op grond van het voorgaande faalt het beroep van X op het vertrouwensbeginsel. Het beroep van X is dan ook ongegrond. De handelwijze van de belastingdienst, te weten het verwarring zaaien over de belastingheffing door onnodig informatie bij X op te vragen, is voor de rechtbank wel reden om de inspecteur te veroordelen in de proceskosten van X.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage

Editie: 13 februari

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen