Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar via een bottom up berekening de door hem gehanteerde kapitalisatiefactor van 14 aannemelijk heeft gemaakt.

X bv is gebruiker van een winkelpand gelegen op een A1-locatie in een centrumgebied. X bv stelt dat de WOZ-waarde 2020 van € 939.000 te hoog is. De WOZ-waarde is bepaald via de huurwaardekapitalisatiemethode. Partijen verschillen van mening over de hoogte van de kapitalisatiefactor.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar via een bottom up berekening de door hem gehanteerde kapitalisatiefactor van 14 aannemelijk heeft gemaakt. Bij deze methode wordt de factor opgebouwd op basis van onder meer het leegstandsrisico en de exploitatielasten. De heffingsambtenaar heeft een leegstandsrisico van 7,5% gehanteerd en daarbij gewezen op de goede ligging en het feit dat het pand de afgelopen 5 jaar geen leegstand heeft gekend. Het hof kan zich daarin vinden en acht het door X bv voorgestane leegstandsrisico van 20% (ten minste 12 maanden leegstand op 5 jaar) onrealistisch hoog. De risico-opslag heeft de heffingsambtenaar na onderzoek vastgesteld op 5,35% en dit percentage – dat ligt binnen de bandbreedte van de landelijke taxatiewijzer – acht het hof aannemelijk. Het hof verklaart het hoger beroep van X bv ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

7

Gerelateerde artikelen