Hof Amsterdam verwerpt de stelling van X dat de WOZ-waarde van de woning vanwege de funderingsgebreken verlaagd moet worden tot de herbouwwaarde. Het hof overweegt dat de herbouwwaarde niet overeenkomt met het waardebegrip voor een woning in de Wet WOZ (waarde in het economische verkeer).

X is eigenaar en gebruiker van een middenwoning met erker, dakkapel en berging gelegen in de gemeente Hilversum. De woning is gebouwd in 1937, de inhoud bedraagt circa 437 m³ en de kaveloppervlakte circa 128 m². De gemeente verdedigt voor deze woning een WOZ-waarde 2010 van € 255.000. Hierbij houdt zij rekening met een aftrekpost van € 89.500 wegens de slechte staat van onderhoud. X bepleit een verlaging van de WOZ-waarde tot € 185.000, zijnde de herbouwwaarde.

Hof Amsterdam verwerpt de stelling van X dat de WOZ-waarde van de woning vanwege de funderingsgebreken verlaagd moet worden tot de herbouwwaarde. Het hof overweegt dat de herbouwwaarde niet overeenkomt met het waardebegrip voor een woning in de Wet WOZ (waarde in het economische verkeer). De gemeente heeft met haar taxatierapport voldoende aannemelijk gemaakt dat de waarde van de woning van X ten minste € 255.000 moet bedragen. Het hof overweegt verder nog dat de rechtbank in haar uitspraak ten onrechte geen aandacht heeft besteed aan het door X nagezonden stuk. De rechtbank had moeten overwegen of dit stuk aanleiding was om de zaak te heropenen (vgl. HR 19 december 2003, nr. 38668, V-N 2004/4.6).

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 31 december

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen