Werkgever heeft voor twee werknemers een doelgroepverklaring voor premiekorting oudere werknemer. Als in 2018 de premiekorting vervangen wordt door het loonkostenvoordeel heeft de werkgever op basis van het overgangsrecht nog enige tijd recht op dit voordeel. Bij het beoordelen van toepasselijkheid van het overgangsrecht is de aangifte loonheffingen over 2017, zoals op 1 mei 2018 is doorgegeven leidend. Werkgever heeft aangevinkt dat premiekorting van toepassing is, maar geen bedrag aan premiekorting vermeld. Werkgever geeft het bedrag aan premiekorting op 14 november 2018 door.
Hof Den Haag oordeelt dat de Rechtbank Een Haag op goede gronden heeft beslist dat de overgangsregeling niet van toepassing is nu het bedrag aan premiekorting niet in de aangifte loonheffingen 2017 zoals per 1 mei ingediend is opgenomen. Doel en strekking van het overgangsrecht maken dat niet anders. Beoogd is immers een eenvoudig te automatiseren regeling te maken. De werkgever heeft bovendien de kans gehad om de aangifte tijdig te herstellen.
Ook het standpunt van de werkgever dat er sprake is van een omissie in het rechtssysteem, die moet worden hersteld, volgt het hof niet. Aan werkgever is immers toe te rekenen dat zij niet tijdig aan de voorwaarden voldaan heeft.
Wetsartikelen:
Wet tegemoetkomingen loondomein 6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting, Premieheffing, Sociale zekerheid algemeen
Instantie: Hof Den Haag