Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de ingehouden en afgedragen loonheffing niet als (periodieke) gift aftrekbaar is. Bij het betalen van belasting is geen sprake van een bevoordeling uit vrijgevigheid en ook niet van een vrijwillig aangegane verplichting. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
X voert in haar aangifte IB 2013 scholingsuitgaven op. De inspecteur accepteert de aftrek niet, omdat X ondanks meerdere verzoeken geen informatie heeft verstrekt over de scholingsuitgaven. Bij het bezwaar tegen de opgelegde navorderingsaanslag voert X € 22.475 aan giften op. Ook deze zijn volgens de inspecteur niet aftrekbaar. Rechtbank Den Haag oordeelt dat X de scholingsuitgaven niet in aftrek kan brengen. X heeft ter zitting verklaard dat zij geen bewijsstukken heeft kunnen vinden voor de door haar opgevoerde scholingsuitgaven. De door X geclaimde giftenaftrek betreft de van haar en haar partner ingehouden loonbelasting. In hoger beroep is alleen nog in geschil of de ingehouden en afgedragen loonheffing als (periodieke) gift aftrekbaar is.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2021/39.1.2) oordeelt dat de ingehouden en afgedragen loonheffing niet als (periodieke) gift aftrekbaar is. Bij het betalen van belasting is geen sprake van een bevoordeling uit vrijgevigheid en ook niet van een vrijwillig aangegane verplichting. Het betalen van belasting is een wettelijke verplichting. Verder zijn uit de wet voortvloeiende belastingschulden niet aan te merken als ‘verplichte bijdragen’ als bedoeld in art. 6.33 Wet IB 2001. In eerdere procedures van X over dit onderwerp heeft het hof dit standpunt van X ook al afgewezen. Het gelijk is aan de inspecteur. X gaat in cassatie, maar motiveert het beroep niet digitaal. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.33
Wet inkomstenbelasting 2001 6.27