X verleent in 2019 zorg aan haar opa. Die zorg wordt betaald uit een PGB. In verband met de verleende zorg wordt aan X € 25.000 betaald. De inspecteur corrigeert de IB-aangifte van X met dit bedrag, omdat zij de PGB-inkomsten niet heeft verantwoord in haar aangifte. X is het daar echter niet mee eens omdat haar opa een groot deel van het PGB moest terugbetalen en dat zij daarom ook een deel van haar inkomsten aan haar opa heeft terugbetaald.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur de IB-aangifte van X terecht heeft gecorrigeerd in verband met de PGB-inkomsten. X maakt niet aannemelijk dat het ROW te hoog is vastgesteld. Volgens de rechtbank maakt X namelijk niet aannemelijk dat zij een bedrag heeft terugbetaald dat valt aan te merken als een negatieve ROW-post. Daarbij acht de rechtbank van belang dat X alleen maar heeft gesteld dat er is terugbetaald. Over wanneer en hoeveel er is terugbetaald, en of er voor haar een verplichting bestond om terug te betalen, heeft X niets gesteld of aannemelijk gemaakt. Het gelijk is aan de inspecteur. De aanslag blijft in stand.
Wetingang:
Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 3.90
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Rubriek: Sociale zekerheid bijstand, Inkomstenbelasting
Editie: 22 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag