Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur bij het ontbreken van een verslaglegging van de gedane wegingen geen hogere tabaksinhoud per kop mag aannemen dan 15 gram.

X exploiteert van 2015 tot medio 2019 een onderneming waar waterpijptabak wordt verkocht. Controles in 2018 en 2019 leiden tot inbeslagname van grote hoeveelheden tabak met Duitse accijnszegels. X kan facturen daarvan niet overleggen, ondanks verzoeken daartoe en een informatiebeschikking. De inspecteur legt naheffingsaanslagen accijns op naar aanleiding van Z-afslagen uit de kassa en een gemiddelde tabaksinhoud van 20 gram per kop, gebaseerd op een weging van vijf koppen in 2019. Van deze meting is geen verslag opgesteld en X was er niet bij. In bezwaar overlegt X extra facturen, waarop de inspecteur de aanslagen deels vermindert. Bij de Rechtbank Gelderland stelt de inspecteur dat het gebruikelijk is dat er 15-20 gram waterpijptabak in een kop zit en dat het standaardbeleid bij afwezigheid van metingen 15 gram per kop is. De rechtbank wijst het beroep van X af. X betwist bij het hof de gehanteerde 20 gram en voert aan dat veel verkopen verkeerd zijn aangeslagen in de kassa en dat per kop maar 10 gram wordt gebruikt. In hoger beroep is in geschil of de inspecteur de accijns mag naheffen op basis van de metingen van 20 gram waterpijptabak per kop.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur bij het ontbreken van een verslaglegging van de gedane wegingen geen hogere tabaksinhoud per kop mag aannemen dan 15 gram. Vanwege het ontbreken van facturen en gebreken in de administratie van X is de omkering en verzwaring van de bewijslast terecht toegepast. De inspecteur moet daarbij wel een redelijke schatting maken. De eenmalige weging van vijf koppen en de gestelde verhouding tussen kooltjes en tabak zijn onvoldoende onderbouwing voor 20 gram als gemiddelde tabaksinhoud over de gehele periode. Het beleid om 15 gram per kop te hanteren is hier passend. Het hof verlaagt de naheffingsaanslagen met 25% en matigt de verzuimboetes met 10% wegens de bewijslastomkering en nog eens 10% wegens overschrijding van de redelijke termijn. Het hoger beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 27E

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Accijns en verbruiksbelastingen

Editie: 7 november

Informatiesoort: VN Vandaag

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen