Hof 's-Gravenhage oordeelt dat de Belgische solidariteitsbijdrage als een vorm van premieheffing is te beschouwen.

Belanghebbende (X) heeft de Nederlandse nationaliteit en woont in Nederland. In 2003 is haar echtgenoot (A) overleden. A heeft als grensarbeider in België gewerkt. In 2003 en 2004 geniet belanghebbende onder andere een Belgisch overlevingspensioen. Op dit pensioen wordt een solidariteitsbijdrage ingehouden. In haar IB-aangiften over de jaren 2003 en 2004 verzoekt belanghebbende om vrijstelling van de PVV. De inspecteur honoreert het verzoek niet. Rechtbank 's-Gravenhage stelt de inspecteur in het gelijk. Hof 's-Gravenhage oordeelt dat de Belgische solidariteitsbijdrage als een vorm van premieheffing is te beschouwen. Het hof overweegt hierbij dat de bijdrage wordt afgedragen om in de tekorten van de pensioenkassen voor de sociale zekerheid in België te voorzien. Volgens het hof is niet van belang dat de wijze van heffing - door inhouding achteraf - afwijkt van de wijze waarop de premies voor de in de Nederlandse volksverzekeringen geregelde AOW- en ANW-verzekeringen worden geïnd. Het hof concludeert dan ook dat het premie-inkomen met de uitkering van het Belgische overlevingspensioen moet worden verminderd voordat premieheffing in Nederland kan plaatsvinden. Het gelijk is aan belanghebbende.  

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Instantie: Hof 's-Gravenhage

0

Gerelateerde artikelen