De internetconsultatie voor het wetsvoorstel aandelenoptieregeling is gestart en loopt tot en met 30 juni 2021. Met het wetsvoorstel wordt beoogd om een aandelenoptierecht zoveel mogelijk in de heffing te betrekken op het moment waarop liquide middelen beschikbaar zijn. Hiermee wil de wetgever liquiditeitsproblemen die op het huidige heffingsmoment kunnen ontstaan voorkomen.

In de huidige regeling wordt een aandelenoptierecht in de heffing betrokken op het moment dat de aandelenopties worden uitgeoefend. In de beoogde regeling wordt een aandelenoptierecht in de heffing betrokken op het moment dat de bij de uitoefening verkregen aandelen vervreemd kunnen worden en dus verhandelbaar zijn.

Onder verhandelbaar zijn wordt verstaan het moment waarop eventuele vervreemdingsrestricties worden opgeheven en de bij de uitoefening verkregen aandelen vervreemd kunnen worden. Op dat moment kunnen inkomsten uit de verkregen aandelen worden gegenereerd. Of de werknemer daadwerkelijk kiest voor vervreemding is niet van belang. Hiermee wordt het heffingsmoment geobjectiveerd en wordt langdurig uitstel van belastingheffing voorkomen.

Op basis van de in te voeren keuzeregeling kan een werknemer ook kiezen voor de huidige regeling en wordt er geheven op het moment van uitoefening. Hoofdregel is echter dat de aandelenopties in de heffing worden betrokken op het moment van verhandelbaar zijn.

Met de aanpassing van de fiscale regeling moet het aantrekkelijker worden om aandelenoptierechten als loon te verstrekken, met name voor start-ups en scale-ups.

De nieuwe regeling moet in werking treden op 1 januari 2022.

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 10a

Wet op de loonbelasting 1964 10

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 2 juni

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen