Contant geld wordt gezien als de fysieke tegenhanger van banktegoeden, die doorgaans geen rendement opleveren behalve eventuele valutaresultaten. Gouden munten leveren potentieel een hoger rendement op omdat hun waarde niet is bepaald door de nominale waarde, maar door hun edelmetaalwaarde of numismatische (muntkundige) waarde. Zij worden vaak aangehouden als belegging. Daarnaast kunnen gouden munten niet rechtstreeks op een bankrekening worden gestort en worden ze niet geaccepteerd door commerciële banken. Ze moeten door een goudwisselkantoor worden omgezet in reguliere valuta. Daarom behoren gouden munten tot de vermogenscategorie ‘overige bezittingen’ in box 3. Dit standpunt geldt ook voor andere munten waarvan de marktwaarde aanzienlijk hoger ligt dan de nominale waarde.
Wetingang:
Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 5.2
Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 5.3
Rubriek: Inkomstenbelasting
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 12 november
Informatiesoort: VN Vandaag