Het is niet zeker of er een thuiswerkregeling in de belastingverdragen met België en Duitsland komt en, zo ja, hoe deze er precies uit zou zien. Als het lukt om overeenstemming te bereiken over een verdragsaanpassing, dan zal het nog geruime tijd duren voordat deze van toepassing wordt. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën in antwoord op Kamervragen van het lid Idsinga (VVD).

Staatssecretaris Van Rij heeft de feitelijke vragen beantwoord van de vaste commissie voor Financiën naar aanleiding van de contourennota box 3-heffing op basis van werkelijk rendement. Hieruit blijkt onder meer dat op dit moment wordt nagedacht over de vormgeving van een verliesverrekening.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de ontvanger niet aannemelijk maakt dat X met het tussenschuiven van een Estlandse vennootschap kon of had moeten weten dat de levering aan die vennootschap een binnenlandse levering was en het nultarief niet van toepassing was.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de aansprakelijkstelling een noodzakelijke maatregel is voor het innen van de BTW-schuld van de fiscale eenheid. Een fiscale eenheid bestaat namelijk alleen fiscaal en niet civielrechtelijk.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat slechts sprake is van een aflopende deelneming als het belang vóór het moment dat de omvang van het belang niet meer voldoet aan de voorwaarde van ten minste 5%, kwalificeert als deelneming. Nu een optie niet kwalificeert als deelneming is er ook geen sprake van een aflopende deelneming.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het in rekening brengen van belastingrente bij het opleggen van een navorderingsaanslag voor het geconserveerd inkomen door een geruisloze omzetting met terugwerkende kracht niet is toegestaan bij een buitenlands belastingplichtige.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X op grond van de Nederlandse wetgeving in beginsel geen recht heeft op aftrek van de alimentatie. Dat de alimentatie bij de ontvanger is belast, brengt nog niet mee dat X, als buitenlands belastingplichtige, daarom recht op aftrek heeft.

Hof Arnhem-Leeuwarden heeft in een einduitspraak een navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen vernietigd, omdat het door de inspecteur aangedragen bewijs moet worden uitgesloten vanwege onrechtmatigheden bij de start van het woonplaatsonderzoek.

Door het nieuwe Anti-Money Laundering (AML)-voorstel van 13 februari 2024 kwalificeert een natuurlijk persoon als UBO bij 25% of meer van het eigendom of zeggenschap. Hierdoor leidt exact 25% van het eigendom of zeggenschap tot het zijn van UBO. Dat schrijft minister Van Weyenberg van Financiën aan de Tweede Kamer.

Uitkeringsinstanties moeten oog hebben voor hun eigen rol bij het ontstaan van een herziening en/of terugvordering van te veel betaalde uitkering. Ook moeten ze meer rekening houden met de financiële, sociale en psychische problemen die kunnen ontstaan als iemand een groot bedrag moet terugbetalen. Dat staat in een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB).

Hof Amsterdam oordeelt dat het door X betaalde bedrag aan parkeerbelasting niet in mindering hoeft te worden gebracht op het forfaitair nageheven bedrag op basis van een parkeerduur van een uur.

De interesse in elektrisch rijden neemt af. Voor het eerst in jaren is de groep die niet (28 procent) van plan is elektrisch te gaan rijden, groter dan de groep die dit binnen vijf jaar wel (27 procent) van plan is, meldt de ANWB na onderzoek.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de door de inspecteur opgelegde verzuimboete van € 68 wegens het niet tijdig doen van BTW-aangifte passend en geboden is.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de pensioenen op basis van de tijdsevenredige methode niet te hoog zijn belast. Beslissend is de verhouding van de diensttijd in Nederland ten opzichte van de totale diensttijd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Hof Amsterdam oordeelt dat uit het direct toegezonden taxatieverslag met het verkoopcijfer van één vergelijkingsobject reeds volgt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld. De andere woning is vrijwel identiek, zodat de KOUDV-factoren ook identiek zijn. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het beroep tegen de tweede uitspraak op bezwaar betreffende invorderingskosten niet-ontvankelijk is.