Eind 2005 overlijdt E. Zijn kinderen, X, A en C (belanghebbenden), zijn zijn erfgenamen. Omdat de inspecteur geen aangifte heeft ontvangen, legt hij ambtshalve een aanslag op. Belanghebbenden zijn het niet eens met de door de inspecteur vastgestelde waarde van de onderneming. De – inmiddels ontslagen – executeur testamentair heeft de onderneming namelijk binnen twee weken na het overlijden van E geliquideerd en de bestanddelen van de onderneming voor € 75.000 aan derden verkocht. Volgens belanghebbenden was de onderneming echter € 400.000 waard. Rechtbank Haarlem oordeelt dat niet van belang is dat de onderneming voor een te laag bedrag is verkocht. Van belang is namelijk de waarde van de onderneming ten tijde van het overlijden van E. Nu belanghebbenden zelf stellen dat de onderneming twee weken na het overlijden nog € 400.000 zou hebben bedragen, bepleiten ze een te lage waarde. Verder stelt de rechtbank vast dat belanghebbenden de door hen gestelde hypotheekbedragen niet hebben onderbouwd. Hof Amsterdam oordeelt dat belanghebbenden niet hebben aangetoond dat de waarde van de onderneming ten tijde van het overlijden lager was dan de door de inspecteur geschatte waarde. Dat belanghebbenden niet-ontvankelijk zijn verklaard in de procedure tegen de executeur testamentair doet daar volgens het hof niet aan af. De aanslag blijft in stand.
Gerelateerde artikelen
Zwitsers verwerpen hoge erfbelasting voor superrijken
De Zwitsers hebben in een referendum een voorstel om de superrijken te belasten verworpen. Het voorstel is met ruime meerderheid, 78%, verworpen.
De Staatssecretaris van Financiën heeft de vierde nota van wijziging op het Belastingplan 2026 naar de Tweede Kamer gestuurd. Hiermee worden twee maatregelen uit de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 (WAFB 2024; V-N 2024/4.3.3) en een maatregel uit de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025 (WAFB 2025; V-N 2025/4.3.4) uit die wetten gehaald.
Hoger Duits schenkingsrechttarief voor Liechtensteinse familiestichting volgens A-G HvJ niet in strijd met EU-recht
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat Duitsland een hoger schenkingsrechttarief hanteert voor buitenlandse familiestichtingen. Daarbij is van belang dat Duitse familiestichtingen zijn onderworpen aan een vervangende erfbelasting en buitenlandse familiestichtingen niet.
Genoeg werk aan de winkel voor mkb-adviseur ondanks beleidsarm belastingplan
Zoals elk jaar zal ook 2026 naadloos passen in de traditie dat belastingadviseurs een behoorlijke hoeveelheid denk- en advieswerk moeten verzetten naar aanleiding van het belastingpakket voor dat jaar. Ondanks het beleidsarme Belastingplan 2026 valt er voor de adviseur genoeg voor te bereiden aan anticiperende adviezen voor directeur-grootaandeelhouders (DGA), vermogende particulieren en werkgevers. Een kort overzicht van de belangrijkste onderwerpen die het mkb treffen.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat wederzijdse dwaling over de eenmalig verhoogde vrijstelling tot vernietiging van de schenkingsovereenkomst en vermindering van de aanslag schenkbelasting leidt.
Fiscus grijpt in bij Concertgebouw om belastingvoordelen
Het Concertgebouw moet onder druk van de Belastingdienst voor 1 januari 2026 zijn structuur ombouwen en ontvlechten. Dat schrijft het FD na het inzien van vertrouwelijke presentaties van Het Concertgebouw.