Na verwijzing stelt Hof 's-Hertogenbosch het aantal vervuilingseenheden voor de verontreinigingsheffing oppervlaktewateren in goede justitie vast op 1000.

X, een vennootschap onder firma, exploiteert een visfileerbedrijf. X verschilt met het Waterschap Zuiderzeeland van mening over de hoogte van de aanslag verontreinigingsheffing oppervlaktewateren over het jaar 2000. Hof Arnhem oordeelt dat X het aantal vervuilingseenheden mag bepalen aan de hand van de tabel afvalwatercoëfficiënten als bedoeld in art. 9 lid 1 van de heffingsverordening van het waterschap. Het hof gaat er hierbij vanuit dat het water, dat samen met de vis in bakken bij X wordt aangeleverd, niet is aan te merken als ‘gebruikt water'. De Hoge Raad oordeelt dat onder ‘gebruikt water' moet worden verstaan al het ten behoeve van het productieproces gebruikte water (HR 14 november 2011, nr. 10/01220, V-N 2011/51.24). Het hof is dus uitgegaan van een te beperkte definitie door alleen het water mee te tellen dat van een waterleidingbedrijf is afgenomen. Het waterschap voert verder terecht aan dat de berekening van het hof van de hoeveelheid geloosd afvalwater niet juist is. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van het waterschap gegrond en verwijst de zaak naar Hof 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling van het hoger beroep in volle omvang.

Na verwijzing stelt Hof 's-Hertogenbosch het aantal vervuilingseenheden voor de verontreinigingsheffing oppervlaktewateren in goede justitie vast op 1000. Het hof gaat er met het waterschap vooronderstellenderwijs vanuit dat het aantal vervuilingseenheden niet aan de hand van de in de verordening opgenomen tabel mag worden bepaald. De feitelijke gegevens om het gezochte aantal te bepalen volgens de hoofdregel van de verordening - namelijk door meting, bemonstering en analyse gedurende 365 dagen van het jaar - ontbreken echter. Van twee meetweken zijn wel gegevens beschikbaar, maar het hof acht deze gegevens niet bruikbaar. De verordening kent geen bepaling die voorziet in het door middel van schatting vaststellen van het aantal vervuilingseenheden. Het Hof stelt het aantal vervuilingseenheden daarom in goede justitie vast op 1000. Het waterschap heeft zich bereid verklaard de immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn te vergoeden voor een bedrag van € 4500, ook voor zover de overschrijding eventueel te wijten is aan de rechtbank. Volgens het hof is dit bedrag niet te laag.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

1

Gerelateerde artikelen