X is eigenaar van een nieuwbouwwoning. Hij is het niet eens met de WOZ-waarde 2020, omdat andere nieuwbouwwoningen in zijn wijk een lagere WOZ-waarde hebben. De heffingsambtenaar schendt hiermee het vertrouwensbeginsel, onder toepassing van de meerderheidsregel. Uit de bouwtekeningen blijkt dat de woningen identiek aan elkaar zijn. Naderhand hebben er nog wel verbouwingen plaatsgevonden bij de verschillende woningen, zoals het plaatsen van een aanbouw of dakkapel. Ook vindt X dat hij vertrouwen kan ontlenen aan een eerder compromis uit 2013.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat voor de toepassing van de meerderheidsregel de woningen identiek aan elkaar moeten zijn. Hiervoor geldt dat de onderlinge verschillen tussen de woningen nagenoeg verwaarloosbaar zijn. Omdat naderhand aan diverse woningen nog verbouwingen hebben plaatsgevonden, is hiervan geen sprake. Dat de bouwtekeningen identiek zijn, doet hier niet aan af. Ook kan X geen vertrouwen ontlenen aan het eerdere compromis uit 2013. Uit geen enkel stuk blijkt dat de heffingsambtenaar toezegt zich te beperken tot de overige nieuwbouwwoningen.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden