Conform de Bulgaarse wet mogen advocaten juridische diensten om niet verlenen aan personen in economische moeilijkheden. Т.P.T. verleent om niet een juridische dienst in een civiele zaak tegen Financial Bulgaria EOOD. De rechter veroordeelt Financial Bulgaria tot het betalen van 400 BGN (het wettelijk vastgesteld honorarium) aan T.P.T. Financial Bulgaria moet dit rechtstreeks aan T.P.T. betalen. T.P.T. verzoekt de rechter echter om ook (400 BGN x 20% =) 80 BGN aan BTW toe te wijzen. Financial Bulgaria is het daar niet mee eens. Zij stelt dat de rechter geen BTW over het honorarium kan toekennen omdat de door T.P.T. verleende juridische diensten om niet zijn verricht. De Bulgaarse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.
Advocaat-generaal Kokott concludeert dat de door T.P.T. verrichte no-cure-no-pay-dienst onder bezwarende titel wordt verricht en derhalve voor de BTW een belastbare handeling vormt. Dat onzekerheid bestaat of en voor welk bedrag een honorarium wordt betaald is niet van belang. Ook dat de vergoeding krachtens de wet is verschuldigd of dat een derde het honorarium moet betalen is niet van belang. De door T.P.T verleende dienst wordt ten bedrage van het daadwerkelijk ontvangen honorarium aan de BTW onderworpen. De in het ongelijk gestelde partij (Financial Bulgaria) moet dus ook de BTW betalen aan T.P.T.
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Rubriek: Omzetbelasting, Europees belastingrecht
Editie: 12 mei
Informatiesoort: VN Vandaag