Hof Den Haag stemt in met het oordeel van de rechtbank dat de heffingsambtenaar terecht een naheffingsaanslag parkeerbelasting heeft opgelegd. Dat de auto van X geparkeerd stond met twee wielen op het trottoir betekent niet dat er sprake is van een ‘Mulder’-feit waardoor fiscale naheffing niet meer mogelijk zou zijn. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X is het niet eens met een naheffingsaanslag parkeerbelasting.
Hof Den Haag (V-N Vandaag 2020/1219) stemt in met het oordeel van de rechtbank dat de heffingsambtenaar terecht een naheffingsaanslag parkeerbelasting heeft opgelegd. Dat de auto van X geparkeerd stond met twee wielen op het trottoir betekent niet dat er sprake is van een ‘Mulder’-feit waardoor fiscale naheffing niet meer mogelijk zou zijn. X heeft geparkeerd op een parkeerplaats op een manier dat een andere weggebruiker daar niet meer kan parkeren. De auto van X stond nagenoeg geheel in het parkeervak en niet voor een deel op een verhoogd voetpad of een groenstrook. Het hof stemt in met het oordeel van de rechtbank en voegt daar nog aan toe dat er geen wettelijk verbod bestaat voor gemeenten om parkeren tegen betaling van parkeerbelasting mogelijk te maken op een (algemene) vergunninghouderplaats.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad
Editie: 16 december