X verantwoordt in zijn IB-aangiften loon dat is ontvangen van zijn BV. Ook houdt hij rekening met ingehouden loonheffing. Daarnaast voert X een aftrekpost op in verband met aan zijn ex-partner betaalde alimentatie. Naar aanleiding van door de bank verstrekte gegevens, legt de inspecteur IB-(navorderings)aanslagen op aan X. X is het daar niet mee eens. Rechtbank Gelderland oordeelt dat X de ontslagvergoedingen die hij in eerdere jaren heeft ontvangen niet aan de jaren 2014-2018 mag toerekenen. Dat hij deze ontslagvergoedingen in de jaren 2014-2018 heeft opgenomen, is niet van belang. X gaat in hoger beroep en verschijnt zonder afmelding niet op de zitting. Hof Arnhem-Leeuwarden stelt vast dat X, die digitaal procedeert, bij bericht van 21 november 2024 is uitgenodigd voor de zitting via plaatsing van een bericht in het digitale dossier op Mijn Rechtspraak. Hiervan is ook een e-mail naar X verstuurd. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank. X gaat in cassatie en stelt daarbij dat hij de uitnodiging en/of notificatie van de uitnodiging nooit op zijn e-mailadres heeft ontvangen terwijl hij zijn e-mail iedere dag checkt.
Advocaat-generaal Koopman concludeert dat bij een no-show zonder afmelding van een digitaal procederende partij moet worden onderzocht of die partij correct is uitgenodigd. In de uitspraak moet dan vervolgens ook worden opgenomen welke feiten dit onderzoek heeft opgeleverd. De A-G stelt vervolgens vast onder welke omstandigheden kan worden geconcludeerd dat een partij op juiste wijze is uitgenodigd voor de zitting. In casu overweegt de A-G dat het beroep in cassatie gegrond is en dat geen plaats meer is voor een feitenonderzoek ter beantwoording van de vraag of X toch op regelmatige wijze is uitgenodigd voor de zitting. De uitspraak moet volgens de A-G worden vernietigd en de zaak moet worden verwezen naar een ander gerechtshof voor een behandeling van de zaak in volle omvang.
Wetingang:
Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 6.2
Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 9.2
Algemene wet bestuursrecht artikel 8.36C
Instantie: Hoge Raad (Parket)
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht, Loonbelasting
Editie: 24 september
Informatiesoort: VN Vandaag