Hof Amsterdam overweegt dat de projectmatige verwerking van concrete gegevens in een KB-Luxzaak niet leidt tot niet-voortvarendheid.

De Belgische autoriteiten hebben op 27 oktober 2000 aan de Nederland Belastingdienst  fotokopieën verstrekt in het kader van het zogenaamde Rekeningenproject. De inspecteur bericht belanghebbende, X, op 17 december 2002 dat uit onderzoek is gebleken dat hij bankrekeningen in het buitenland heeft aangehouden die hij niet in zijn aangiften heeft verantwoord. Tevens bericht de inspecteur X op die datum dat hij voornemens is (navorderings)aanslagen met boeten op te leggen. Uiteindelijk worden in mei 2003 (navorderings)aanslagen inkomstenbelasting en vermogensbelasting over het tijdvak 1991 tot en met 1997 en het jaar 2000 opgelegd met boeten. X komt in beroep en stelt dat de (navorderings)aanslagen ten onrechte met toepassing van de verlengde navorderingstermijn zijn opgelegd. Volgens X zijn de navorderingsaanslagen niet met de vereiste voortvarendheid opgelegd omdat de gegevens uit België al vanaf oktober 2000 bekend waren en de inspecteur in december 2002 geen informatie meer bij X heeft hoeven inwinnen.

Hof Amsterdam overweegt dat de massale aanlevering van gegevens vanuit België eind oktober 2000 een projectmatige verwerking van concrete gegevens met betrekking tot individuele belastingplichtigen vergt. Het opleggen van navorderingsaanslagen ultimo mei 2003 aan belastingplichtigen die geen dan wel onvoldoende informatie hebben verstrekt levert om die reden geen strijd op met de van de inspecteur vereiste voortvarendheid. De beroepen van X zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

0

Gerelateerde artikelen