X ontvangt in 2024 25 naheffingsaanslagen parkeerbelasting, waarbij telkens kosten van € 76,70 per aanslag worden toegerekend. De gemeente baseert deze kosten op een gedetailleerde kostenraming voor 2024, onderverdeeld in vaste en variabele informatieverwerkingskosten, afschrijving en interest, personeelskosten en overheadkosten. Hierbij is ook een bijlage opgenomen. X voert aan dat de bijlage bij de Regeling parkeerregulering en parkeerbelastingen niet juist volgens de Bekendmakingswet is bekendgemaakt en dat diverse kostenposten in de kostenraming niet of onjuist zijn toegerekend. Daarnaast betwist X het gehanteerde overheadpercentage, het aantal geraamde aanslagen en de motivering van de uitspraak op bezwaar. In geschil is of de bijlage bij de regeling parkeerbelastingen rechtsgeldig is bekendgemaakt, of de kosten per naheffingsaanslag te hoog zijn vastgesteld en of de uitspraak op bezwaar voldoende is gemotiveerd.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de gemeente de bijlage bij de regeling parkeerbelastingen rechtsgeldig publiceert door opname in het gemeenteblad en directe toegang via officielebekendmakingen.nl, waarmee wordt voldaan aan art. 6 Bekendmakingswet. De kostenraming voldoet aan de wettelijke eisen; alle betwiste posten hangen voldoende samen met de inning van niet-betaalde parkeerbelasting en mogen volledig worden toegerekend. De gemeente heeft de kostenposten en het aantal aanslagen adequaat toegelicht. Het motiveringsbeginsel is niet geschonden, omdat de uitspraak op bezwaar voldoende ingaat op de aangevoerde argumenten. De rechtbank verklaart alle beroepen ongegrond.
Wetingang:
Instantie: Rechtbank Den Haag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 7 november
Informatiesoort: VN Vandaag