De Nationale ombudsman oordeelt dat de motivering van de gemeente de Fryske Marren om belanghebbenden geen ambtshalve vermindering voor 2018 t/m 2021 te verlenen tekortschiet.

Belanghebbenden krijgen een brief waarin de gemeente de Fryske Marren aangeeft dat de WOZ-waarde 2022 van hun woning ambtshalve wordt verlaagd omdat een stuk water ten onrechte in de waardebepaling is meegenomen. Belanghebbenden vragen de gemeente om die correctie ook toe te passen voor 2018 t/m 2021. De heffingsambtenaar wijst dit af met de redenering dat alleen in 2022 door een nieuwe grondstaffel het water verkeerd was gewaardeerd.

De Nationale ombudsman oordeelt dat de motivering van de gemeente de Fryske Marren om belanghebbenden geen ambtshalve vermindering voor 2018 t/m 2021 te verlenen tekortschiet. De heffingsambtenaar is niet duidelijk ingegaan op de centrale vraag in deze zaak of het stuk water in de eerdere jaren ook ten onrechte is meegenomen. De gemeente heeft alleen stukken geleverd (taxatiematrices en verslagen) die vooral meer onduidelijkheid scheppen. De toelichting van de heffingsambtenaar is inconsistent en voor de burger nauwelijks te volgen. De ombudsman beveelt de gemeente aan om nogmaals op het verzoek van belanghebbende te beslissen en daarbij expliciet in te gaan op de vraag of het stuk water wel of niet (onterechte) is meegenomen in de taxatie over de jaren 2018 t/m 2021. Verder adviseert de ombudsman de gemeente om de rol van de heffingsambtenaar in deze zaak te evalueren en de huidige (klacht)procedures waar nodig te herzien.

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 44

Instantie: Nationale ombudsman

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 10 september

Informatiesoort: VN Vandaag

49

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen