X, doet aangifte IB/PVV 2006 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 12.474. De inspecteur legt op 18 februari 2009 een voorlopige aanslag op naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 12.613 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 8.599. De definitieve aanslag wordt overeenkomstig de voorlopige aanslag opgelegd en bedraagt daardoor nihil. Rechtbank Arnhem vermindert in beroep het belastbare inkomen uit sparen en beleggen tot € 5.988 nadat zij eerst twee verzoeken tot wraking van X heeft afgewezen respectievelijk buiten behandeling heeft gelaten. Hof Arnhem oordeelt dat de rechtbank het tweede wrakingsverzoek van X niet buiten behandeling had mogen laten. De coördinator van de wrakingskamer van de rechtbank heeft X in reactie op het tweede wrakingsverzoek het volgende bericht: "Uw wrakingsverzoek (…) is een tweede wrakingsverzoek in deze procedure. (…) Weliswaar richt uw verzoek zich thans op een andere rechter, maar uw verzoek is niet met concrete op de rechter betrekking hebbende feiten of omstandigheden onderbouwd en zal daarom niet in behandeling worden genomen". Het hof overweegt dat de rechtbank bij de afwijzing van het eerste wrakingsverzoek niet heeft bepaald dat een volgend verzoek om wraking niet in behandeling zal worden genomen. De rechtbank had daarom het tweede wrakingsverzoek niet buiten behandeling mogen laten. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond en wijst de zaak terug naar de rechtbank.
Gerelateerde artikelen
Kennisgroepstandpunt over regresschuld door verrekening rekeningcourantposities onder excessieflenenregeling
De regresschuld van A VOF aan Z BV welke is ontstaan door wederzijdse hoofdelijke aansprakelijkheid voor elkaars schulden en verrekening van rekeningcourantposities bij de bank valt onder het schuldenbegrip van art. 4.13 lid 1 onderdeel f Wet IB 2001. Dit volgt uit een standpunt van de Kennisgroep aanmerkelijk belang.
Waardestijging woning Nederland behoort tot werkelijk rendement box 3
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ongerealiseerde waardestijgingen van de woning in Nederland behoren tot het werkelijke rendement.
Woning valt niet onder ondernemingsvermogen omdat zolder niet uitsluitend zakelijk gebruikt wordt
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de zolder van de woning niet uitsluitend zakelijk wordt gebruikt en daarom niet tot het ondernemingsvermogen kan worden gerekend.
Buiten vijfjaarstermijn gedaan verzoek om ambtshalve vermindering is te laat (art. 80a Wet RO)
Hof Den Haag oordeelt dat er geen aanleiding bestaat om de navorderingsaanslagen ambtshalve te verminderen. Het verzoek om ambtshalve vermindering uit april 2021 is namelijk geruime tijd na afloop van de vijfjaarstermijn van art. 9.6 Wet IB 2001 ontvangen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
Inhoud pakket Belastingplan 2026 bekendgemaakt
De Staatssecretaris van Financiën heeft de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd. Hierin staan de keuzes die dit kabinet maakt. Zo is als bijlage een overzicht opgenomen van fiscale wetgeving zoals die nu is voorzien.
Beroep op hogere persoonsgebonden aftrekposten faalt bij gebrek aan onderbouwing (art. 80a Wet RO)
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X ter zake van de door haar geclaimde hogere aftrekposten niet aan de op haar rustende bewijslast voldoet. De Wet IB 2001 biedt geen ruimte om naast het forfaitaire bedrag extra kosten in aftrek te brengen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
Aftrek specifieke zorgkosten niet aannemelijk gemaakt (art. 81 Wet RO)
Hof Den Haag oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat haar gemaakte vervoerskosten rechtstreeks het gevolg zijn van ziekte of invaliditeit. Ook maakt X niet aannemelijk dat zij meer kosten maakt dan een vergelijkbare belastingplichtige zonder ziekte of invaliditeit. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).