X maakt bezwaar tegen aanslagen IB/PVV over de jaren 2020 en 2021. Als de inspecteur niet tijdig beslist op beide bezwaren, stelt X de inspecteur in gebreke. Daarna gaat hij in beroep bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant tegen het niet tijdig beslissen door de inspecteur. Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart de beroepen van X wegens het niet tijdig beslissen door de inspecteur gegrond. X heeft voor beide jaren een ingebrekestelling ingediend en de inspecteur heeft niet binnen twee weken na ontvangst hiervan beslist. De rechtbank stelt de bestuurlijke dwangsom vast op € 1.442 voor beide zaken gezamenlijk. Ook ten tijde van dit beroep is nog niet beslist. De rechtbank gunt de inspecteur nog twee weken om alsnog te beslissen op straffe van een dwangsom van € 100 per dag met een maximum van € 15.000.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:55c
Algemene wet bestuursrecht 4:17
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 8 september
Informatiesoort: VN Vandaag