Advocaat-generaal Kokott concludeert dat Bulgarije in strijd met het EU-recht handelt door bij niet-betaling van de prijs te eisen dat een juiste factuur wordt gecorrigeerd, als voorwaarde voor een verlaging van de maatstaf van heffing voor de BTW.

Het Bulgaarse Consortium Remi Group AD houdt zich bezig met de constructie van gebouwen en installaties. In 2020 verzoekt CRG om verrekening van € 640.000 aan door haar afnemers in de jaren 2006-2012 niet-betaalde BTW. Volgens de Bulgaarse Belastingdienst is het niet mogelijk om de maatstaf van heffing te verlagen bij gehele of gedeeltelijke niet-betaling. Het verzoek van CRG wordt dan ook afgewezen. De Bulgaarse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Advocaat-generaal Kokott concludeert dat Bulgarije in strijd met het EU-recht handelt door bij niet-betaling van de prijs te eisen dat een juiste factuur wordt gecorrigeerd, als voorwaarde voor een verlaging van de maatstaf van heffing voor de BTW. De A-G stelt verder nog vast dat art. 90 lid 1 Btw-richtlijn rechtstreekse werking heeft wanneer de lidstaat de in art. 90 lid 2 Btw-richtlijn bedoelde afwijking verkeerd toepast door geen rekening te houden met de onzekerheid over de definitieve niet-betaling, maar door een verlaging van de maatstaf van heffing volledig uit te sluiten.

Rubriek: Omzetbelasting

Editie: 8 september

Informatiesoort: VN Vandaag

230

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen