Rechtbank Utrecht verklaart de legesverordening in haar geheel onverbindend wegens overschrijding van de opbrengstlimiet van art. 229b Gemeentewet.

Eiseres, X bv, vraagt bij de gemeente Amersfoort een reguliere bouwvergunning aan. In verband met deze aanvraag legt de heffingsambtenaar van de gemeente  X bv een aanslag leges op van € 406.607,50. In beroep is in het bijzonder in geschil of de gemeente de opbrengstlimiet van de leges heeft overschreden.

Rechtbank Utrecht verklaart de legesverordening in haar geheel onverbindend wegens overschrijding van de opbrengstlimiet van art. 229b Gemeentewet. De heffingsambtenaar heeft in de schriftelijke stukken geen inzicht verschaft in de geraamde uren bij de bouwvergunningen en de overheadkosten. Op de zitting verklaart hij dat de geraamde uren en de daarmee samenhangende kosten en de overheadkosten zijn berekend op basis van jarenlange ervaring met een complexe methodiek van toerekening die al jaren in de gemeente Amersfoort gangbaar is. Volgens de rechtbank heeft de heffingsambtenaar hiermee de bestaande twijfel niet naar vermogen weggenomen. De heffingsambtenaar heeft geen enkel concreet gegeven overgelegd om de twijfel weg te nemen over de vraag of het door X bv gestelde bedrag van € 1.718.534 kan worden aangemerkt als "lasten ter zake". Daaruit volgt dat de opbrengstlimiet is overschreden. De rechtbank acht aannemelijk dat het de gemeenteraad op voorhand duidelijk moet zijn geweest dat de desbetreffende posten niet dienden ter dekking van de kosten waarvoor leges mochten worden geheven. Dit betekent dat de geraamde kosten moeten worden verlaagd met € 1.718.534 en dat er sprake is van een overschrijding van de opbrengstnorm ‘in betekenende mate'. De legesverordening is onverbindend. De rechtbank verklaart het beroep gegrond.  

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Utrecht

2

Gerelateerde artikelen