Rechtbank Oost-Brabant roept de Hoge Raad op om ook in het fiscale bestuursrecht de mogelijkheid toe te staan aan bestuursorganen om een uitspraak op bezwaar in te trekken.

X komt in beroep tegen een aanslag watersysteemheffing gebouwd.

Rechtbank Oost-Brabant roept de Hoge Raad op om ook in het fiscale bestuursrecht de mogelijkheid toe te staan aan bestuursorganen om een uitspraak op bezwaar in te trekken. Procedures als deze kunnen worden vermeden als een belanghebbende in plaats van beroep in te stellen de heffingsambtenaar kan bellen, hem op zijn vergissing kan wijzen en deze vervolgens de bevoegdheid heeft om die vergissing te herstellen door de uitspraak op bezwaar in te trekken, wat deze nu volgens rechtspraak (HR 20 januari 2012, V-N 2012/7.8) niet kan. Mede met het oog op verlichting van de grote werkdruk binnen de rechterlijke macht wil de rechtbank de Hoge Raad met gepaste eerbied in overweging geven om deze rechtspraak nog eens tegen het licht te houden. In de onderhavige casus beperkt de rechtbank de proceskostenvergoeding tot € 209,25. Toen X het beroepschrift tegen de uitspraak op het bezwaar tegen de watersysteemheffing indiende, had ze al een beroep tegen de WOZ-waarde ingediend. X had dat simpelweg in haar beroepschrift kunnen vermelden. Dan had de rechtbank de zaak zonder zitting kunnen afdoen. In plaats daarvan stuurt X brieven aan de rechtbank waar nagenoeg geen touw aan is vast te knopen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit proceskosten bestuursrecht 2

Algemene wet bestuursrecht 7:1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 30 maart

18

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen