Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen de WOZ-waarde 2010 van zijn woning. Als de gemeente zijn bezwaar afwijst, stelt X beroep in. Rechtbank 's-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar van de gemeente met zijn onderbouwing de vastgestelde WOZ-waarde aannemelijk heeft gemaakt. De rechtbank overweegt vervolgens dat zij daarom niet meer toekomt aan een beoordeling van de door X overgelegde taxatierapporten, dit krachtens vaste rechtspraak. X stelt in hoger beroep dat de rechtbank het Oostflakkee-arrest (HR 14 oktober 2005, nr. 40.299, V-N 2005/54.23) onjuist heeft uitgelegd. Volgens X is er sprake van een hardnekkige misinterpretatie van dit arrest.
Hof 's-Hertogenbosch geeft uitleg over de bewijslastverdeling in WOZ-zaken zoals de Hoge Raad deze heeft neergelegd in het zogeheten Oostflakkee-arrest. De Hoge Raad overwoog in rechtsoverweging 3.2 van dit arrest dat slechts indien de heffingsambtenaar niet aan de op hem rustende bewijslast heeft voldaan, de vraag aan de orde komt of de belanghebbende de (eventueel) door hem verdedigde waarde aannemelijk heeft gemaakt. Ten onrechte wordt uit deze passage vaak afgeleid dat het pleit geslecht is wanneer de heffingsambtenaar geïsoleerd beschouwd (dus zonder acht te slaan op de tegenwerpingen door de belanghebbende) de door hem verdedigde waarde aannemelijk maakt. Deze uitleg leidt echter tot een ernstige schending van de fundamentele regels van procesrecht omdat de processtukken van de belanghebbende worden genegeerd en de argumenten niet worden gehoord, aldus het hof. Uit de vaak genegeerde rechtsoverweging 3.3 van het Oostflakkee-arrest volgt dat bij de beantwoording van de vraag of de gemeente de waarde aannemelijk heeft gemaakt – conform de hoofdregel in het fiscale bewijsrecht – gelet zal moeten worden op hetgeen de belanghebbende aanvoert en dus ook op de door hem overgelegde taxatierapporten. Uit het voorgaande blijkt dus dat de belastingrechter altijd acht moet slaan op door een belanghebbende ingebracht taxatierapport, ook als de heffingsambtenaar de waarde aannemelijk maakt. Rechtbank 's-Hertogenbosch heeft dit miskend. Het hof stelt de WOZ-waarde van de woning van X in goede justitie vast op € 205.000. Voor deskundigenbijstand kent het hof een uurvergoeding toe van € 80 vermeerderd met btw. Het hof overweegt dat het Besluit tarieven in strafzaken, dat doorwerkt naar het Besluit proceskosten bestuursrecht, tot doel heeft een redelijke vergoeding voor een deskundige vast te stellen en niet om slechts een tegemoetkoming te verlenen in de werkelijke kosten. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch