Belanghebbende, X bv, heeft twee directeuren, de heren A en B, die ieder 50% van de aandelen houden. X bv exploiteert een groothandel in uurwerken. In april 2012 wordt aan B - mede voor privédoeleinden - een Saab ter beschikking gesteld. Ten behoeve van het goederentransport heeft X bv een verzekeringspolis gesloten. Hierin is bepaald dat de handelsgoederen buiten werktijd normaal zijn gedekt als gebruik wordt gemaakt van opslag/bewaring met voldoende zekerheden. Zo mogen de goederen achterblijven in alarmbeveiligde auto's, mits die worden gestald in een alarmbeveiligde garage in, aan of nabij de woning. X bv heeft in de loonaangifte over april 2012 een bijtelling wegens privé-gebruik auto toegepast ten aanzien van de Saab, die aan B ter beschikking is gesteld. In geschil is of door X bv terecht bezwaar gemaakt tegen de afdracht. Volgens Rechtbank Noord-Holland is de afdracht terecht, aangezien vaststaat dat de auto in 2012 voor ten minste 500 km privé is gebruikt. X bv gaat in hoger beroep. Hof Amsterdam oordeelt dat geen sprake is van (bijzondere) omstandigheden die nopen dat de auto in fiscale zin behandeld zou moeten worden als een bestelauto die door aard of inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is voor het vervoer van goederen. Aangezien niet in geschil is dat de auto naar aard en inrichting geschikt is voor personenvervoer, kan de auto niet worden behandeld als ware het een bestelauto. X bv stelt vergeefs dat B liever met een andere auto privé wilde rijden, maar dat hij gezien de strenge polisvoorwaarden is genoodzaakt tot privégebruik van de Saab. Het beroep van X bv is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 13bis