Hof Amsterdam oordeelt na verwijzing door de Hoge Raad dat bij mevrouw X inkomensderving is ontstaan doordat zij haar PGB-werkzaamheden bij gebreke van een VAR-winst uit onderneming niet kon voortzetten.

Belanghebbende, mevrouw X, is gediplomeerd verzorgende Individuele Gezondheidszorg (IG). Met betrekking tot haar in 2014 voorgenomen AWBZ-zorg in natura en PGB-zorg vraagt X eind 2013 een VAR-wuo aan. In geschil is of vervolgens terecht slechts één VAR-loon uit dienstbetrekking is afgegeven. Op de zitting erkent de inspecteur dat de PGB-zorg wel als ondernemingsactiviteit kwalificeert. Volgens Rechtbank Den Haag is de inspecteur daarom schadeplichtig jegens X. X krijgt een vergoeding van € 5.000. Hof Den Haag oordeelt echter dat X voor de PGB-zorg een aparte aanvraag had moeten indienen. De Hoge Raad (10 maart 2017, nr. 16/03271,V-N 2014/14.14) oordeelt dat de inspecteur geen tweede aanvraagformulier mag eisen voor verschillende arbeidsrelaties die in één formulier aan hem zijn voorgelegd. Als de inspecteur stelt dat de arbeidsrelaties voor wat betreft de inkomenssoort tot verschillende beoordelingen leiden, dan moet hij voor elk daarvan afzonderlijk een VAR afgeven. Volgt verwijzing om te onderzoeken of, en zo ja in hoeverre, X recht heeft op vergoeding van schade die zij stelt te hebben geleden. Op de zitting komen partijen tot overeenstemming dat als X recht heeft op een schadevergoeding deze € 10.000 zal moeten zijn.

Hof Amsterdam oordeelt dat bij X inkomensderving is ontstaan doordat zij haar PGB-werkzaamheden bij gebreke van een VAR-wuo niet in 2014 kon voortzetten. Potentiële opdrachtgevers wilden haar namelijk niet (meer) inhuren, omdat zij niet beschikte over een VAR-wuo. Er is dus schade en er is een causaal verband tussen deze schade en het niet afgeven van de VAR-wuo. Ook aan de relativiteitseis (art. 6:162 BW) wordt voldaan. Een VAR-wuo verschaft namelijk zekerheid aan potentiële opdrachtgevers dat werkzaamheden als ondernemer worden verricht. X krijgt daarom een schadevergoeding van € 10.000. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 6 162

Algemene wet bestuursrecht 8:73

Wet inkomstenbelasting 2001 3.156

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Verbintenissenrecht

Instantie: Hof Amsterdam

12

Gerelateerde artikelen