In augustus 2025 is geconstateerd dat voor 1480 terugvorderingsbeschikkingen de invordering ten onrechte niet opnieuw is opgestart na afhandeling van het bezwaar. Het gaat hierbij om invorderingen van in totaal circa € 1,8 miljoen. De fout in de uitvoering van het proces is volgens de bewindspersoon inmiddels hersteld. Er is onder andere voor gekozen om de invordering van 532 beschikkingen met een totaalbedrag van bijna € 0,6 miljoen, waarvan de bezwaren in de jaren 2019 t/m 2022 zijn afgehandeld, niet te hervatten.

Daarnaast is in november 2025 naar voren gekomen dat circa 10.000 ouder-kindrelaties niet goed zijn verwerkt in het toeslagensysteem. Dit heeft gevolgen voor circa 1840 voorlopige en definitieve beschikkingen die zijn afgegeven in de periode 2020-2025. Toeslagen waarvoor nog geen definitieve beschikking is afgegeven, zijn herzien, zowel in het voordeel als het nadeel van de burger. Definitieve beschikkingen, waarbij nog geen vijf jaren zijn verstreken sinds het berekeningsjaar, zijn alleen herzien als dit in het voordeel van de burger is.

Het intensieve toezicht dat zich specifiek richt op ernstige gevallen, waar met opzet of grove schuld misbruik van toeslagen wordt gemaakt en een boete of strafrechtelijke vervolging mogelijk op zijn plaats is, was in 2020 volledig stopgezet vanwege de Toeslagenaffaire. Dit proces is op 15 december 2025 voor enkelvoudige signalen weer volledig opgestart. Het toezichtproces dat is bedoeld voor georganiseerde en stelselmatige vormen van misbruik wordt in 2026 verder uitgewerkt.

Daarnaast licht de bewindspersoon toe welke resultaten van mei tot en met oktober 2025 niet zijn gerealiseerd, dan wel achterlopen ten opzichte van het Jaarplan 2025. Ook is het eerste halfjaarlijkse verslag van de Belangenbehartiger voor Belastingplichtigen en Toeslagengerechtigden meegestuurd.

Wetingang:

Invorderingswet 1990 artikel 28

Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen artikel 1

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]