Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat uit het niet zijn voorzien van de naam en/of de handtekening niet meebrengt dat aan de schriftelijke besluiten van de Belastingdienst/Toeslagen een materieel besluitkarakter kan en mag worden ontzegd.

X moet zijn zorgtoeslagen van 2019 en 2020 terugbetalen. De hoogte van de terugvordering is niet geschil. X stelt echter dat de besluiten niet rechtsgeldig tot stand zijn gekomen door het ontbreken van een handtekening van een beslissingsbevoegde medewerker van de Belastingdienst/Toeslagen. Voorts zou in de bezwaarfase de hoorplicht zijn geschonden.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat uit het niet zijn voorzien van de naam en/of de handtekening niet meebrengt dat aan die schriftelijke besluiten een materieel besluitkarakter kan en mag worden ontzegd. Voor een rechtsgeldig besluit is het geen constitutieve eis dat het is voorzien van de naam en de handtekening van (een beslissingsbevoegde medewerker van) het bestuursorgaan. Een rechtshandeling vergt geen afzonderlijke menselijke tussenkomst, zoals een ‘druk op de knop’. X is door het achterwege blijven van een hoorgesprek niet benadeeld. Over de feiten en de waardering daarvan bestaat namelijk geen verschil van opvatting. De schending van de hoorplicht is enkel reden om X een vergoeding voor het betaalde griffierecht te geven. De beroepen van X zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:2

Algemene wet bestuursrecht 6:22

Burgerlijk Wetboek Boek 3 33

Algemene wet bestuursrecht 1:3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

17

Gerelateerde artikelen