X is een zogeheten KB Lux-ontkenner. De inspecteur legt hem navorderingsaanslagen IB/PVV op over de jaren 1990 tot en met 2000 en vermogensbelasting over de jaren 1991 tot en met 2000. In de beroepsprocedure over deze aanslagen oordeelt Hof Leeuwarden dat het aannemelijk is dat X rekeninghouder is van een bankrekening bij KB Lux (Hof Leeuwarden 27 maart 2012, nr. 04/00630, LJN: BW0526). In de aangifte IB/PVV 2008 verantwoordt X geen inkomen uit sparen en beleggen. De inspecteur stelt X een aantal vragen over het aanhouden van vermogen in het buitenland. Als X niet binnen de termijn van twee weken reageert, legt de inspecteur met dagtekening 4 november 2011 de thans in geschil zijnde informatiebeschikking aan hem op.

Rechtbank Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur terecht een informatiebeschikking heeft afgegeven aan KB Lux-ontkenner X. De inspecteur heeft volgens de rechtbank aannemelijk gemaakt dat de gevraagde informatie over het vermogen voor de belastingheffing van belang kan zijn. Gelet op de uitspraak van Hof Leeuwarden acht de rechtbank het vermoeden gerechtvaardigd dat X tot en met 2000 gerechtigd was tot een bankrekening bij de KB Lux. De rechtbank overweegt verder dat naar aanleiding van deze uitspraak telefonisch overleg heeft plaatsgevonden waarbij X met de inspecteur heeft gesproken over het alsnog overleggen van de bankafschriften van de rekening over de jaren 2001 tot en met 2007. De rechtbank leidt hieruit af dat X kennelijk over rekeningafschriften van deze rekening kon beschikken. Nu X in de aangifte IB/PVV 2008 de bankrekening niet heeft aangegeven, heeft de inspecteur om informatie verzocht die van belang kan zijn voor de belastingheffing. De termijn van twee weken in de informatiebeschikking is niet te kort. Nu deze zaak gaat over de enkelvoudige belasting, beroept X zich tevergeefs op HR 15 april 2011, nr. 09/05192, V-N 2011/20.4.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47