De Hoge Raad oordeelt dat de ‘thincap'-regeling niet in strijd is met het EU-recht en met de discriminatiebepaling uit het belastingverdrag tussen Nederland en Frankrijk. De toepassing van de regeling wordt evenmin beperkt door art. 6 van het belastingverdrag met Duitsland, art. 9 van het verdrag met Frankrijk of art. 9 van het verdrag met Portugal.

Belanghebbende, X bv, is in 2004 voor 95% in handen van een Franse moedervennootschap. Zij heeft in 2004 schulden aan gelieerde vennootschappen van in totaal € 89.109.229, waaronder een schuld aan haar Franse moedervennootschap, een schuld aan een Portugese dochtervennootschap en een schuld aan een Duitse zustervennootschap. Het negatieve saldo groepsrente bedraagt € 3.098.742. Dit bedrag wordt op grond van de 'thincap'-regeling van art. 10d Wet VPB 1969 niet in aftrek toegelaten. In geschil is of deze aftrekuitsluiting strijdt met primair en secundair EU-recht en/of met de arm's length- en non-discriminatiebepalingen in de Nederlandse bilaterale belastingverdragen met Frankrijk, Duitsland en Portugal.

De Hoge Raad oordeelt dat de ‘thincap'-regeling niet in strijd is met het EU-recht en met de discriminatiebepaling uit het belastingverdrag tussen Nederland en Frankrijk. Wat betreft de strijd met het EU-recht overweegt de Hoge Raad dat van inbreuk op de vrijheden van vestiging en kapitaal geen sprake is (HR 24 juni 2010, nr. 09/05115, BNB 2011/244). Wat betreft de vermeende strijd van art. 10d Wet VPB 1969 met het discriminatieverbod van het belastingverdrag met Frankrijk verwijst de Hoge Raad naar de onderdelen 10.8 en 10.9 uit de conclusie van A-G Wattel (V-N 2012/6.13). Verder beperken art. 6 van het verdrag met Duitsland, art. 9 van het verdrag met Frankrijk noch art. 9 van het verdrag met Portugal (in samenhang met art. X van het bijbehorende protocol) de toepassing van art. 10d Wet VPB 1969. Voor wat betreft het laatste oordeelt de Hoge Raad dat moet worden aangenomen dat Nederland en Portugal met het opnemen van art. X van het Protocol het oog hadden op bepalingen inzake ‘thin capitalisation' die zich richten op een bepaalde lening en niet op een regeling als onderhavige, die zich richt op de totale financieringstructuur van een vennootschap. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van X bv ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Internationaal belastingrecht

Instantie: Hoge Raad

2

Gerelateerde artikelen