Belanghebbende (X) organiseert hardloopactiviteiten. De trainingen starten vanaf sportcomplex D en eindigen daar ook. De trainingen – die op de openbare weg, onder begeleiding van een trainer, plaatsvinden – zijn alleen toegankelijk voor leden van belanghebbende. Belanghebbende zorgt er verder nog voor dat tijdens de trainingen een fysiotherapeut op het complex aanwezig is voor de deelnemers. De inspecteur legt een btw-naheffingsaanslag aan belanghebbende op, omdat belanghebbende volgens hem het algemene tarief moet toepassen en niet het verlaagde tarief. Belanghebbende stelt dat er in zijn geval sprake is van een sportaccommodatie en beroept zich op het vierdaagse-arrest (Hoge Raad 10 augustus 2007, nr. 43169, V-N 2007/40.27). Rechtbank Arnhem handhaaft de naheffingsaanslag. Hof 's-Hertogenbosch (17 december 2010, nr. 09/00228, V-N 2011/20.1.3) oordeelt dat een parkoers pas kan worden aangemerkt als een sportaccommodatie als het parkoers gedurende de duur van de sportbeoefening is gereserveerd voor die sportbeoefening. Daar is volgens het hof geen sprake van. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad oordeelt dat er sprake is van "het recht gebruik te maken van sportaccommodaties" als de dienstverlening van een belastingplichtige bestaat uit het gelegenheid bieden een sport te beoefenen onder terbeschikkingstelling van een accommodatie. Volgens de Hoge Raad is daar in casu sprake van. Volgens de Hoge Raad stelt belanghebbende haar leden namelijk in staat om de hardloopsport in georganiseerd verband te beoefenen. Zij bezigt daartoe een locatie van waaruit de deelnemers vertrekken en waar zij ook weer terugkomen en zich verzorgen, en waar de door belanghebbende verzorgde sportieve en paramedische begeleiding van de deelnemers plaatsvindt. De Hoge Raad doet de zaak zelf af en vernietigt de naheffingsaanslag.
Gerelateerde artikelen
Nederlandse BTW verschuldigd door vermelding Nederlandse BTW op factuur
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat vast staat dat X Nederlandse BTW op de facturen heeft vermeld. Daarom is in Nederland BTW verschuldigd.
Geen BTW-vrijstelling voor ondernemingspensioenfonds volgens A-G
Advocaat-generaal Ettema concludeert dat het hof terecht van het arrest van de Hoge Raad van 9 december 2016 is uitgegaan en van belang heeft geacht of het beleggingsrisico dat de deelnemers van X lopen vergelijkbaar is met het beleggingsrisico dat deelnemers van een icbe lopen.
BTW-vrijstelling voor icbe’s volgens A-G niet van toepassing op bedrijfstakpensioenfonds
Advocaat-generaal Ettema concludeert dat het hof terecht van het arrest van de Hoge Raad van 9 december 2016 is uitgegaan en van belang heeft geacht of het beleggingsrisico dat de deelnemers van X lopen vergelijkbaar is met het beleggingsrisico dat deelnemers van een icbe lopen.
Inhoud pakket Belastingplan 2026 bekendgemaakt
De Staatssecretaris van Financiën heeft de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd. Hierin staan de keuzes die dit kabinet maakt. Zo is als bijlage een overzicht opgenomen van fiscale wetgeving zoals die nu is voorzien.
Fiscale verzamelwet 2026 ingediend bij Tweede Kamer
Het kabinet treft maatregelen om te voorkomen dat over de uitbetaling van een lijfrente geen belasting wordt betaald, waarmee belasting wordt ontweken. De maatregelen gaan in per 1 januari 2026 en gelden met terugwerkende kracht vanaf 25 april 2025. De maatregelen zijn onderdeel van de Fiscale verzamelwet 2026 die door staatssecretaris Van Oostenbruggen bij de Tweede Kamer is ingediend.
Doorbelasten verzekeringspremies aan medisch specialisten valt onder BTW-verzekeringsvrijstelling
Hof Amsterdam oordeelt dat de doorbelasting van de verzekeringspremie aan de MSC’s valt onder de BTW-verzekeringsvrijstellling.