In het onderhavige besluit wordt een goedkeuring verleend voor het geval dat niet aan het wettelijk vereiste van een feitelijk en rechtens herstel kan worden voldaan. Voor een herstel van de toestand van vóór de verkrijging moet de verkoper onder meer de door hem ontvangen koopsom geheel restitueren. Het kan echter zijn dat er na de verkrijging bijvoorbeeld een verbetering, verbouwing of sloop van de betrokken onroerende zaak heeft plaatsgevonden waardoor er een waardeverandering heeft plaatsgevonden die verrekend wordt. Door die verrekening vindt er geen herstel plaats van de toestand van vóór de verkrijging en is er dus geen recht op teruggaaf van de betaalde overdrachtsbelasting. Dat vindt de staatssecretaris ongewenst. De staatssecretaris keurt daarom onder bepaalde voorwaarden goed dat er teruggaaf van betaalde overdrachtsbelasting kan worden verleend als bij restitutie van de koopsom een bedrag wordt verrekend dat gelijk is aan de waardeverandering van de betrokken onroerende zaak tussen het moment van verkrijging en de latere terugoverdracht.
Inhoudsopgave van deze editie
Gerelateerde artikelen
Woningtarief OVB bij verkaveling perceel waarbij voormalige woning over kavels is verspreid
De Hoge Raad oordeelt dat de onroerende zaak die X heeft verkregen een woning is in de zin van art. 14 lid 2 Wet BRV 1970. Het deel dat X heeft verkregen betreft namelijk een groot deel (55%) van de oorspronkelijke woning, een deel van de buitenmuur van de voormalige woning en een deel van het terras.
Geen verlaagd tarief overdrachtsbelasting bij verkaveling perceel waarbij voormalige woning over kavels is verspreid
De Hoge Raad oordeelt dat de onroerende zaak die X heeft verkregen geen woning is in de zin van art. 14 lid 2 Wet BRV 1970. Het deel dat X heeft verkregen betreft namelijk slechts een deel (1%) van de buitenmuur en een deel (45%) van het terras van de voormalige woning.
Gaat u in dié woning wonen of gaat u op dat adres wonen?
Voor de verkrijging van een woning gelden verschillende tarieven in de overdrachtsbelasting. Wie de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gaat gebruiken, betaalt 2% overdrachtsbelasting. Voldoet de koper bovendien aan de voorwaarden voor de startersvrijstelling, dan is zelfs geen overdrachtsbelasting verschuldigd. Wordt niet aan het ‘hoofdverblijfcriterium’ voldaan, dan bedraagt het tarief in 2025 10,4% en vanaf 1 januari 2026 8%.