X BV behoort tot een verzekeringsconcern en verplaatst eind 2015 haar werkelijke leiding naar Luxemburg. Hierbij wordt X BV omgezet tot een Sarl. Tot het verzekeringsconcern behoren ook C NV en E SA. De aandelen in C NV worden in 2017 gedwongen overgedragen aan een derde. Naar aanleiding van een boekenonderzoek naar herverzekeringstransacties aangegaan door deze vennootschappen worden afspraken gemaakt met betrekking tot de belastingheffing over de winst van E SA. De inspecteur corrigeert vervolgens de VPB-aangiften 2012 t/m 2015 van X Sarl en neemt daarbij het gehele resultaat van E SA in aanmerking. Ook voert hij een correctie door in verband met de waardering van de voorziening verzekeringsverplichtingen van C NV. In beroep vermindert Rechtbank Gelderland de aanslagen. X Sarl stelt hoger beroep in waarbij uiteindelijk enkel het jaar 2014 in geschil is.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er sprake is van omkering en verzwaring van de bewijslast omdat de vereiste aangifte niet gedaan is. De gedwongen overdracht van de aandelen in C NV in 2017 en de daaropvolgende nalatigheid van derden is hierbij niet relevant. De aangifte had namelijk al vóór de gestelde belemmeringen moeten worden ingediend. X Sarl kan dus het verwijt worden gemaakt dat de vereiste aangifte niet gedaan is. Het hof oordeelt verder dat de inspecteur de aanslag baseert op een redelijke schatting, te weten de commerciële jaarrekening van de gevoegde dochters. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Vennootschapsbelasting
Editie: 5 augustus
Informatiesoort: VN Vandaag