Belanghebbende, X, is eigenaar van een perceel grond van ongeveer 250 m². De grond is bestemd voor de verkoop van motorbrandstoffen. Op het perceel is een tankstation aanwezig. X verhuurt het object aan A bv die het op haar beurt weer verhuurt aan B bv die er een onbemand tankstation exploiteert. Voor de bebouwing/installatie is geen recht van opstal of enig ander beperkt recht gevestigd. In geschil is of de heffingsambtenaar van de gemeente Nieuwegein X terecht als eigenaar van het tankstation heeft aangemerkt.

Hof Arnhem oordeelt dat de gemeente Nieuwegein X terecht heeft aangemerkt als eigenaar van het tankstation. X is door natrekking eigenaar geworden van het tankstation dat op zijn perceel aanwezig is. Hieraan doet niet af dat de exploitant van het tankstation A bv in de verhuurovereenkomst met B bv een eigendomsvoorbehoud voor het tankstation heeft gemaakt. Nog daargelaten dat X bij die overeenkomst geen partij is geweest, overweegt het hof dat aan de overeenkomst geen betekenis kan worden toegekend voor wat betreft de (juridische) eigendom van de onroerende zaak. Eigendomsoverdracht van en de vestiging van beperkte rechten op onroerende zaken geschiedt immers door inschrijving van een notariële akte in de openbare registers. Verder oordeelt het hof dat de heffingsambtenaar met een rekenblad en de daarbij gegeven toelichting voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde van € 489.000 niet te hoog is. Terecht heeft de heffingsambtenaar bij de waardebepaling rekening gehouden met de waarde van het recht om op de grond motorbrandstoffen te verkopen. Immers, hoe meer omzet op een locatie gerealiseerd kan worden, des te hoger de waarde van de locatie.  Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]