Mevrouw X koopt in 1999, samen met haar partner en C, ruim 23 hectare land in de gemeente Scheemda. Eenderde deel daarvan komt toe aan X. Vanaf 2001 rekent X de grond tot haar vermogen van box 3. X stelt haar onverdeeld deel ter beschikking aan haar partner die ib-ondernemer is. In 2004 wordt ruim 7 hectare verkocht aan de gemeente. Het verschil tussen de waarde bij verkoop en de waarde op 1 januari 2001 is € 108.985. Rechtbank Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de aldus gerealisserde winst terecht als resultaat uit overige werkzaamheden bij X heeft belast. X gaat in hoger beroep.
Hof Leeuwarden (MK I, 30 mei 2011, 10/00275) oordeelt dat X haar vermogen rendabel heeft gemaakt door deze ter beschikking te stellen aan haar partner. De vraag of sprake is van het rendabel maken van vermogen op een wijze die normaal vermogensbeheer te buiten gaat omdat X voorkennis zou hebben aangewend, is dus niet meer relevant. X claimt vergeefs ib-ondernemer te zijn en een herinvesteringsreserve te kunnen vormen. Het maakt niet uit dat de inspecteur in 1999 heeft goedgekeurd dat X bij eventuele verkoop een vervangingsreserve zou kunnen vormen. X heeft namelijk ten onrechte de indruk gewekt dat zij ib-ondernemer was. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Lees ook het thema De terbeschikkingstellingsregelingen.