Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het loon dat de werknemers genieten bij de uitoefening van optierechten loon uit tegenwoordige dienstbetrekking vormt. Dit loon behoort tot de grondslag waarover de crisisheffing wordt geheven.

X bv draagt over het tijdvak maart 2013 op aangifte € 19.159 af aan pseudo-eindheffing hoog loon (crisisheffing). Tot de grondslag van de crisisheffing behoort ook het voordeel dat enige werknemers van X bv in 2012 hebben behaald bij de uitoefening van optierechten die in het verleden zijn toegekend. In geschil is of dit loon uit vroegere dienstbetrekking ook in de grondslag van de crisisheffing mag worden meegenomen.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het loon dat de werknemers genieten bij de uitoefening van optierechten loon uit tegenwoordige dienstbetrekking vormt. Volgens de rechtbank vormen de optierechten namelijk een rechtstreekse tegenprestatie voor bepaalde verrichte arbeid dan wel in een bepaald tijdvak verrichte arbeid. Er is dan geen sprake van loon uit vroegere dienstbetrekking. Dit loon behoort dan ook tot de grondslag waarover de crisisheffing wordt geheven. Volgens de rechtbank is er sprake van loon uit vroegere dienstbetrekking als het loon niet een onmiddellijke tegenprestatie vormt voor bepaalde arbeid, maar slechts meer algemeen zijn oorzaak vindt in het voorheen verricht zijn van arbeid. Daar is in casu geen sprake van.

Lees ook het thema Eindheffingen: Loonbelasting heffen van de werkgever.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 32bd

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

3

Gerelateerde artikelen