Hof Arnhem overweegt dat de werkruimte in de woning van X niet een naar verkeersopvatting zelfstandig gedeelte van die woning vormt.

Belanghebbende, X, werkt in de jaren 2005 en 2006 twee dagen per week in dienstbetrekking bij A Accountants bv. Daarnaast drijft X samen met zijn echtgenote in firmaverband een belastingadvies- en administratiekantoor. Het kantoor van deze vof bevindt zich in een werkruimte in de eigen woning van X. Deze werkruimte bevindt zich in het gedeelte van de woning waar oorspronkelijk , volgens de bouwtekening, een garage was gepland. De werkruimte is toegankelijk via een centrale hal die ook toegang biedt tot het woongedeelte. De werkruimte wordt vanaf 1 januari 2001 tot het privévermogen van X gerekend. X trekt de kosten en lasten die verband houden met de werkruimte af in zijn aangiften inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2005 en 2006. Naar aanleiding van een onderzoek stelt de inspecteur zich op het standpunt dat de werkruimte niet kan worden aangemerkt al een fiscaal kwalificerende werkruimte. Gevolg is dat de aftrekposten betreffende de werkruimte worden gecorrigeerd. X komt uiteindelijk in hoger beroep.  In geschil is op de eerste plaats  of de werkruimte een naar verkeersopvatting zelfstandig gedeelte van de woning vormt (zelfstandigheidscriterium) als bedoeld in artikel 3.16 Wet IB.

Hof Arnhem overweegt dat de werkruimte in de woning van X niet een naar verkeersopvatting zelfstandig gedeelte van de woning vormt. Redengevend hiervoor is dat de werkruimte weliswaar afsluitbaar is van het woongedeelte door de multiplex tussenwand in de centrale hal, maar dat daardoor geen zelfstandig gedeelte van de woning ontstaat. De werkruimte beschikt immers niet, behoudens een toiletkraantje en een aftapkraantje van de waterleiding,  over een watervoorziening. Evenmin is in de werkruimte, behoudens het toilet en de wasbak van het toiletkraantje, een waterafvoer aanwezig. De kosten en lasten die verband houden met de werkruimte, de inrichting daaronder begrepen zijn niet aftrekbaar. Het hof overweegt ten overvloede dat het inkomen van X niet hoofdzakelijk in de werkruimte in de woning wordt verworven, zodat ook daarom de kosten en lasten daarvan niet aftrekbaar zijn. Herziening van de vermogensetikettering is volgens het hof niet mogelijk omdat de aanslagen voor de jaren 2007 en 2008 al vaststaan. Ook het beroep op het vertrouwensbeginsel wordt verworpen. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem

2

Gerelateerde artikelen