Belasting Advies in de Praktijk publiceert actuele fiscale jurisprudentie en beleid die zijn voorzien van praktische adviezen en tips. Het is een tweewekelijks blad gericht op de MKB-adviseur. Kijk hieronder voor de actuele inhoudsopgave van het tijdschrift.
Verschenen in Belasting Advies in de Praktijk
Geen samenloopvrijstelling ondanks ingrijpende verbouwing tot hotel. Er is niet sprake van in wezen nieuwbouw.
Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is de lening tussen X BV, A BV en Q BV onzakelijk omdat de voorwaarden van de lening zodanig zijn gewijzigd dat een onafhankelijke derde deze niet onder dezelfde voorwaarden zou verstrekken, met name omdat de kredietlimiet is verlaagd en de leningen achtergesteld zijn bij die van de bank.
Een DGA betaalt bedragen uit aan werknemers vanaf de betaalrekening van de BV. De BV verrekent de bedragen via de rekening-courant van de DGA. De DGA heeft de betalingen gedaan uit privéoverwegingen. Hij onderbouwt dit met bewijsmateriaal. Rechtbank Gelderland oordeelt dat geen sprake is van loon, maar van schenkingen.
Tot 2014 was sprake van een pleitbaar standpunt, maar vanaf 2014 zijn de resultaten belast als resultaat uit overige werkzaamheden. Vanaf dat jaar wordt namelijk structureel voordeel behaald wat verband houdt met de door belastingplichtige verrichte arbeid. Hierdoor vormt de handel in cryptovaluta een werkzaamheid die normaal vermogensbeheer te boven gaat.
Mr. J.S. Wiersma (Hans BTW Advies). Net als in de inkomstenbelasting kan een ondernemer voor de omzetbelasting kiezen of hij een onroerend of een roerend investeringsgoed tot zijn ondernemingsvermogen of tot zijn privévermogen rekent. De keuze voor de omzetbelasting is onafhankelijk van de keuze voor de inkomstenbelasting. De keuze geldt alleen voor onroerende en roerende investeringsgoederen en niet voor diensten. Anders dan voor de inkomstenbelasting is de ondernemer voor de omzetbelasting ...
Redactie. In dit thema gaan we in op de verhouding ‘zakelijk’ en ‘privé’. In de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting en de omzetbelasting raakt dat het leerstuk van de vermogensetikettering. In de loonbelasting gaat het dan over het voordeel wegens privégebruik versus intermediaire kosten. Verbazingwekkend kan ook in de overdrachtsbelasting een zakelijk-privé verschil worden ontdekt en dat uit zich in verschillende tarieven. Het is uiteraard ondoenlijk om alle verschillen te benoemen...
Mr. G.T. Vernoij RB (Gufo Office BV). De overdrachtsbelasting kent vanaf 15 juni 2011 twee tarieven. Het algemene tarief van de overdrachtsbelasting was 6% en is sindsdien in stapjes gestegen naar 10,4%. Het algemene tarief in de overdrachtsbelasting van 10,4% is van toepassing op alle verkrijgingen van: niet-woningen; woningen die niet bestemd zijn voor eigen gebruik als hoofdverblijf. Voor woningen geldt vanaf 15 juni 2011 een (verlaagd) tarief van 2%. Vanaf 1 januari 2021 is dit verlaagde ...
Mr. R. van Bommel (BA in de Praktijk). De etikettering van een goed als zakelijk of de etikettering van zakelijk gebruik van een privégoed is ook van belang voor de heffing van loonbelasting. Er zijn diverse bepalingen in de Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: Wet LB 1964) te vinden waarbij de kwalificatie als ‘zakelijk’ dan wel ‘privé’ doorslaggevend is voor de vraag of sprake is van een belastbaar loonvoordeel. Dit is van belang voor diverse specifieke artikelen, maar is in eerste instant...
De Britse vennootschapsbelastingaanslagen bereiken dit jaar een recordopbrengst van 88 miljard pond. Dat is een toename van acht procent ten opzichte van de 81,2 miljard pond die vorig jaar werd opgehaald bij bedrijven. Dat meldt Accountantweek op basis van berichtgeving door het Britse accountantskantoor UHY Hacker Young.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de Nederlandse woning van X niet als zijn eigen woning kan worden aangemerkt. X woont in Luxemburg en is geen kwalificerende buitenlandse belastingplichtige en geen partner van zijn vrouw, die in de Nederlandse woning woont.
De Europese Commissie stapt naar het Europees Hof van Justitie om de fiscale vrijstelling voor het gereglementeerde spaarboekje in Belgiē aan te vechten. Dat meldt de Belgische zakenkrant De Tijd. Een gereglementeerd spaarboekje moet aan strenge voorwaarden voldoen maar de rente erop is deels vrijgesteld. Bij andere type spaarrekeningen is dat niet het geval.
Taxibedrijven Uber Technologies en Lyft zagen hun beurskoers op Wall Street donderdag opveren na een voor de bedrijven gunstige uitspraak van de hoogste rechtbank in Californië. De rechter oordeelde dat Uber- en Lyft-chauffeurs daar beschouwd moeten worden als zelfstandigen en niet als werknemers. Beleggers reageerden verheugd daarop, al gingen de aandelen te midden van een bredere malaise in de Amerikaanse techsector uiteindelijk wel met beperkte koersverliezen de handel uit.
Nike regelt zijn wereldwijde distributie van alle pakweg één miljard verkochte schoenen, T-shirts en andere kleding via Nederland. Uit onderzoek van Trouw blijkt dat het bedrijf daarover amper belasting betaalt.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur voor het opleggen van de primitieve VPB-aanslag gewoon drie jaar de tijd heeft. Binnen die termijn speelt de voortvarendheid geen enkele rol.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur met een schermprint van zijn interne bezwaarsysteem niet aannemelijk maakt dat de verdagingsbrief naar X BV is verzonden. Zij heeft recht op de maximale dwangsom van € 1442.
De geheimhoudingskamer van Zeeland-West-Brabant oordeelt bij wijze van tussenuitspraak dat de inspecteur terecht een beroep op geheimhouding doet. In de weggelakte passage van de e-mail staat niet dat X toen al werd verdacht van een strafbaar feit.
Advocaat-generaal Wattel stelt cassatie in het belang der wet voor. Volgens de A-G had het hof het rechtsmiddelgebruik van X BV niet-ontvankelijk moeten verklaren wegens gebrek aan procesbelang. Verder is het volgens de A-G wel mogelijk om de drie in 2018/2019 verkochte onroerende zaken per ultimo boekjaar 2017 op de WEV te waarderen.
Een belastingplichtige die vóór 1 januari 2023 is geremigreerd naar Nederland, heeft geen recht op een verhoging van het maximumbedrag als bedoeld in art. 4.14c lid 1 Wet IB 2001 tot het bedrag van zijn schulden op het moment van remigratie. Dat is het standpunt van de Kennisgroep aanmerkelijk belang.