Belasting Advies in de Praktijk publiceert actuele fiscale jurisprudentie en beleid die zijn voorzien van praktische adviezen en tips. Het is een tweewekelijks blad gericht op de MKB-adviseur.
Zie hieronder de meest recente artikelen.
Verschenen in Belasting Advies in de Praktijk
Volgens Rechtbank Den Haag vormen obligaties en aandelen in VvE-reserves voor de toepassing van de Wet rechtsherstel 2017 een overige bezitting, en geen banktegoed.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de renteaftrek voor de eigenwoningschuld beperkt blijft tot het deel dat uit ontvangen alimentatie is voldaan.
Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur over het jaar 2016 een expliciet standpunt heeft ingenomen over de vrijval van de herinvesteringsreserve (HIR). Bij de aanslagregeling voor de jaren 2017-2019 is geen expliciet standpunt ingenomen dat de bepaling over de handel in herinvesteringslichamen niet van toepassing is.
De activiteiten van X op het gebied van multi-level marketing vormen vanwege het ontbreken van een objectieve voordeelsverwachting geen bron van inkomen. Een beroep op het vertrouwensbeginsel baat X evenmin.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het houden en de verkoop van paarden een bron van inkomen is.
Of sprake is van een bouwterrein moet worden getoetst of sprake is van ‘onbebouwde grond die kennelijk bestemd is om te worden bebouwd met een of meer gebouwen’. Rechtbank Zeeland-West-Brabant liet onlangs haar licht schijnen over de betekenis van het woord ‘kennelijk’.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen recht heeft op arbeidskorting over door hem ontvangen RVU-uitkeringen, omdat deze als inkomen uit vroegere dienstbetrekking kwalificeren.
Het UWV gaat geen geld terugvorderen bij mensen die een te hoge arbeidsongeschiktheidsuitkering hebben ontvangen door fouten van de uitkeringsinstantie. Dat heeft demissionair minister Van Hijum van Sociale Zaken bekendgemaakt in een brief aan de Tweede Kamer. In 2024 kwam aan het licht dat het UWV bij de vaststelling van WIA-uitkeringen veel fouten heeft gemaakt.
Een buitenlandse opbrengstgerechtigde die voldoet aan de voorwaarden van het FBI-regime komt niet in aanmerking voor de inhoudingsvrijstelling van art. 4 lid 2 Wet DB 1965. De deelnemingsvrijstelling zou namelijk niet van toepassing zijn als die buitenlandse opbrengstgerechtigde in Nederland zou zijn gevestigd.
De Hoge Raad oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat zijn geval is aan te merken als een bijzonder geval als bedoeld in de Wet herwaardering proceskostenvergoeding WOZ en BPM. Voor de cassatieprocedure heeft X dus recht op een proceskostenvergoeding van slechts € 409.
De Hoge Raad bevestigt in een procedure over douanerechten het oordeel van het hof dat een zogeheten TMC-ontvanger niet aangemerkt kan worden als een draagbaar ontvangtoestel voor berichtgeving aan personen als bedoeld in GN-code 8517 69 31.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X recht heeft op een kostenvergoeding voor het bezwaarschrift, omdat de heffingsambtenaar geen verweer voert en de benodigde stukken niet indient.
De Hoge Raad geeft uitleg over de bewijslast in procedures over antidumpingrechten bij invoer. Als de inspecteur aannemelijk maakt dat goederen vanuit China naar de EU zijn verzonden, geldt het antidumpingrecht.
De Hoge Raad oordeelt dat bij de beoordeling van het financiële belang in een ISV-zaak geen rekening mag worden gehouden met nevenvorderingen, zoals een dwangsom wegens niet-tijdig beslissen.
De Hoge Raad stelt de vergoeding voor de kosten van rechtsbijstand in verband met de behandeling van het bezwaar vast op € 647, uitgaande van het door het hof vastgestelde aantal punten en de door het hof toegepaste wegingsfactor 0,5 vanwege het gewicht van de zaak.
De Hoge Raad oordeelt dat een individuele erfgenaam recht heeft op een medebelanghebbendebeschikking, ook als reeds een WOZ-beschikking op naam van de gezamenlijke erven is afgegeven.