Aanbieden van opleidingen voor een vergoeding van 30% van de kostprijs door vereniging kwalificeert als economische activiteit voor de btw. De activiteiten van de vereniging bestaan uit het aanbieden van opleidingen via onderaannemers. De deelnemers aan het onderwijs betalen een vergoeding die 30% van de kosten dekt. Het restant wordt gedekt uit een subsidie. In geschil is of de vereniging een economische activiteit verricht. Het Hof van Justitie concludeert dat dit het geval is, omdat de ver...

Art. 107 lid 1 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. At-arm’s-length-beginsel. Winsttoerekening tussen hoofdhuis en vaste inrichting. Authorised OECD Approach. Het oordeel van het Gerecht dat de Commissie ten onrechte heeft besloten dat de vestigingen van ASI en AOE ‘sleutelfuncties’ vervulden met betrekking tot de intellectuele eigendomsrechten van de Apple-groep, berust grotendeels op een onderzoek van de functies die op het niveau van Apple Inc. werden uitgeoefend terwijl he...

Vaststelling verkrijgingsprijs remigrerende aanmerkelijkbelangaandeelhouder. Geen step-up vanwege doorwerking vestigingsplaatsfictie naar buitenlandse belastingplicht. Belanghebbende is in 2001 geëmigreerd naar het Verenigd Koninkrijk. Vervolgens is hij in 2003 verhuisd van het Verenigd Koninkrijk naar België. In 2004 is de werkelijke leiding van de BV, waarvan belanghebbende sinds maart 1995 enig aandeelhouder was, verplaatst naar Curaçao. In 2014 is de aan belanghebbende opgelegde conserver...

Art. 10a Wet VPB 1969 is in beginsel niet in strijd met de vestigingsvrijheid. Indien in het kader van het Nederlandse belastingstelsel geen belasting tegen een tarief van minder dan 10% wordt geheven, is het onvermijdelijke en zekere gevolg van een voorwaarde als die van artikel 10a lid 3 onder b) Wet VPB 1969 dat zij uitsluitend grensoverschrijdende situaties betreft. De wettelijke regeling geldt weliswaar zonder onderscheid, maar houdt een verschil in behandeling in dat de uitoefening van ...

Exploitant sportschool gebruikers-onroerendezaakbelasting verschuldigd ondanks tijdelijke sluiting vanwege coronamaatregelen. Een exploitant van een sportschool moet onroerendezaakbelasting (OZB) betalen vanwege het gebruik van de sportschool, ondanks het feit dat deze tijdelijk gesloten was in verband met coronamaatregelen. De Hoge Raad oordeelt dat zo’n tijdelijke sluiting niet het ‘gebruik’ in de weg hoeft te staan, ook al kan de onroerende zaak op dat moment niet voor oorspronkelijke doel...

Aftrekbaarheid van verteerkosten tijdens zakelijk verblijf buitenshuis wordt bepaald op grond van artikel 3.15 Wet IB 2001. Belanghebbende verblijft buitenshuis op gehuurde kamers en gebruikt daar van horecagelegenheden betrokken maaltijden. Omdat aan dit verblijf zakelijke overwegingen ten grondslag liggen, zijn de tijdens dat verblijf gemaakte kosten in beginsel ook zakelijk. Dat de noodzaak tot voeden een algemeen menselijke behoefte is maakt dat niet anders en datzelfde geldt voor de keuz...

Print of uitdraai van elektronisch douanedocument kan niet worden aangemerkt als een origineel document. Artikel 124 DWU is niet van toepassing omdat de onderhavige douaneschulden voor 1 mei 2016, de datum waarop het DWU van toepassing is geworden, zijn ontstaan. Belanghebbende heeft op 3 december 2015 in haar hoedanigheid van toegelaten afzender twee aangiften gedaan tot plaatsing van twee metaalbewerkingsmachines onder de regeling extern communautair douanevervoer. Hierbij is gebruikt gemaa...

Hoge Raad verduidelijkt aantal aspecten van immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. In dit arrest beantwoordt de Hoge Raad prejudiciële vragen van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch over de toepassing van de immateriële schadevergoeding bij overschrijding van de redelijke termijn. Een aantal vragen heeft de Hoge Raad inmiddels eerder dit jaar beantwoord in zijn twee arresten van 31 mei 2024 (ECLI:NL:HR:2014:775 en ECLI:NL:HR:2024:567) en zijn arrest van 14 j...

Hof-oordeel over opzettelijk niet in aangiften verantwoorden van gebruikelijk loon is onvoldoende gemotiveerd. Belanghebbende heeft arbeid verricht voor een vennootschap waarin haar echtgenoot de aandelen hield. Ter zake van die arbeid heeft zij geen gebruikelijk loon in haar aangiften IB/PVV verantwoord. De Inspecteur heeft navorderingsaanslagen en vergrijpboeten opgelegd.Het hof heeft bewezen geacht dat het aan het (voorwaardelijk) opzet van belanghebbende is te wijten dat de aanslagen tot ...

Indien de rechtbank een beroepschrift niet heeft ontvangen, is de enkele stelling dat het ter post is bezorgd onvoldoende om aan te nemen dat het beroepschrift is verzonden. Het is in dat geval aan de belanghebbende om aannemelijk te maken dat en wanneer het geschrift ter post is bezorgd. Voor een strengere bewijsmaatstaf dan de in belastingzaken als regel geldende maatstaf van aannemelijk maken, bestaat hier geen aanleiding. Van de indiening van een bezwaar- of beroepschrift bij verzending p...

Onterecht bpm terugvragen door niet-belastingplichtige niet beboetbaar. Belanghebbende is een tweedehands autohandelaar die voor vrijwel elke verkochte auto ten onrechte op de voet van art. 14a van de Wet op de belastingen op personenauto’s en motorrijwielen 1992 om teruggave van bpm heeft verzocht. Aan hem is een naheffingsaanslag bpm opgelegd tegelijk met een viertal daarmee samenhangende boetebeschikkingen ex art. 67f AWR. De rechtbank verklaarde belanghebbendes beroep tegen de naheffingsa...

De Hoge Raad overweegt dat de vrijstelling voor mineralogische procedés alleen van toepassing is op de vervaardiging van gips, maar niet op de vervaardiging van gipsproducten. Dat uit de totstandkomingsgeschiedenis van de bepaling mogelijk een ander doel en strekking blijken, doet daar niet aan af. Belanghebbende produceert gipsvezelplaten voor de bouw. Dat proces bestaat uit twee fases: (i) het produceren van gipsmortel en daaropvolgend (ii) het produceren van de gipsvezelplaten. In geschil ...

Fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting niet tot stand gekomen ondanks afgegeven beschikking. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van de Staatssecretaris van Financiën gegrond waar het de totstandkoming van de fiscale eenheid betreft en verwijst de zaak naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ter verdere behandeling en beslissing van de zaak.

Geen proceskostenvergoeding indien boete louter wordt verminderd door ingrijpen wetgever tijdens lopende procedure. Een boete op grond van de WAHV wordt tijdens de procedure verminderd omdat de regelgever ondertussen de sanctiebedragen heeft gewijzigd. De vraag is of een betrokkene in een zodanig geval recht heeft op een proceskostenvergoeding, omdat het bestuursorgaan onrechtmatig zou hebben gehandeld. De A-G stelt cassatie in het belang der wet in tegen een uitspraak van Gerechtshof Arnhem-...

De btw-vrijstelling van artikel 11 lid 1 letter g onder 1°, letter a Wet OB 1968 is niet van toepassing op door een daartoe bevoegde arts bij jongens en mannen verrichte besnijdenissen wanneer deze niet op medische indicatie zijn verricht. Bewijslastverdeling. Belanghebbende is een door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport toegelaten aanbieder van geneeskundige zorg. Zij heeft op verschillende locaties klinieken opgericht die zijn gespecialiseerd in het verrichten van besnijde...