Een eigenaar van een woonboerderij krijgt na 10 jaar de gelegenheid om het achter zijn huis gelegen weiland en de paardenboxen die daarop staan te kopen voor ongeveer € 90.000? Hoe zit het met de overdrachtsbelasting?
Voor de heffing van overdrachtsbelasting is artikel 14, lid 2 van de Wet Belastingen van Rechtsverkeer (WBR) van belang. In dit artikel is bepaald dat het tarief van de overdrachtsbelasting 6% is. Voor de verkrijging van woningen of aanhorigheden die daartoe behoren of gaan behoren is de overdrachtsbelasting 2%. In vragen die de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) heeft gesteld over dit onderwerp heeft de staatssecretaris van Financiën een toelichting gegeven.
 
"Tot de woning behoren eveneens de ondergrond en de tuin en aanhorigheden die zich bevinden op hetzelfde perceel als de woning. Indien een aanhorigheid zich niet bevindt op hetzelfde (kadastrale) perceel als de woning ontmoet het geen bezwaar om de maatregel toch op het geheel toe te passen, indien aan de volgende cumulatieve vereisten is voldaan:
• De (kadastrale) percelen grenzen aan elkaar;
• De percelen zijn naar verkeersopvatting te beschouwen als één geheel; en
• De percelen worden tegelijkertijd aan de koper geleverd door dezelfde verkoper."
 
Aan het eerste vereiste is voldaan. Het weiland grenst namelijk aan de woonboerderij. Over het tweede vereiste is recent jurisprudentie verschenen. De rechtbank was in die zaak van oordeel dat er geen sprake was van één geheel omdat het perceel grasland bij een ander in gebruik was geweest. Daarnaast speelde ook de grootte van het perceel een rol. Of er in de situatie van de woningboerderij-eigenaar sprake is van één geheel zal moeten blijken uit de feitelijke omstandigheden. Aan het derde vereiste is niet voldaan zodat de conclusie van de staatssecretaris zal zijn dat de eigenaar 6% overdrachtsbelasting verschuldigd is.

Belang voor de praktijk

In de praktijk is niet altijd duidelijk welk tarief overdrachtsbelasting van toepassing is. Regelmatig verschijnt er dan ook jurisprudentie over dit onderwerp. De feitelijke omstandigheden zijn doorslaggevend voor de kwalificatie.
 
Gevolgen voor inkomstenbelasting
Als op grond van de feitelijke omstandigheden blijkt dat een op een aangrenzend perceel gelegen weiland niet tot de woning hoort heeft dit ook gevolgen voor de inkomstenbelasting. Het weiland zal dan als bezitting in box 3 worden gezien. Een eventuele hypothecaire schuld aangegaan voor de verwerving valt eveneens in box 3 en de hypotheekrente is dus niet aftrekbaar.
 

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

111

Gerelateerde artikelen