
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het verlaagde tarief van 2% overdrachtsbelasting niet van toepassing is op bedrijfsmatig gebruikte schuren en percelen. Alleen het tuingedeelte bij de woning kwalificeert als aanhorigheid.
X en zijn partner verkrijgen op 6 november 2023 de eigendom van diverse onroerende zaken, waaronder een woonhuis en meerdere percelen met schuren. De notaris past voor de overdrachtsbelasting op het woonperceel het verlaagde tarief van 2% toe en op de overige percelen het algemene tarief van 10,4%. X maakt bezwaar tegen de voldoening op aangifte, omdat hij meent dat alle percelen als aanhorigheden bij de woning moeten worden beschouwd. De inspecteur stelt dat de schuren en percelen bedrijfsmatig werden gebruikt en niet als aanhorigheden kunnen worden beschouwd. In geschil is of de overige percelen als aanhorigheden bij de woning kunnen worden aangemerkt zodat het verlaagde tarief van 2% overdrachtsbelasting van toepassing is.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de overige percelen als aanhorigheden bij de woning kunnen worden aangemerkt. De rechtbank neemt in aanmerking dat de percelen bedrijfsmatig werden geëxploiteerd, de grootte van de schuren, de afstand tot de woning en de verschillende bouwstijlen. Alleen het tuingedeelte bij de woning kwalificeert als aanhorigheid, maar de toepassing van het verlaagde tarief op dit gedeelte leidt niet tot minder overdrachtsbelasting dan reeds voldaan. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.111
Wet op belastingen van rechtsverkeer 14
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer, Inkomstenbelasting
Editie: 10 juni
Informatiesoort: VN Vandaag
Focus: Focus