De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het wetsvoorstel elektronisch berichtenverkeer met de Belastingdienst. Het wetsvoorstel is op 30 april 2015 bij de Tweede Kamer ingediend. Daarmee is ook het advies van de Afdeling advisering openbaar geworden.

Inhoud wetsvoorstel

Het wetsvoorstel maakt het mogelijk elektronisch berichtenverkeer met de Belastingdienst (MijnBelastingdienst, MijnToeslagen) verplicht te stellen. Omdat het ineens invoeren van een volledig verplicht elektronisch berichtenverkeer zowel voor belastingplichtigen als voor de Belastingdienst te snel zou gaan, wordt een ingroeimodel gehanteerd. Daarbij worden in een ministeriële regeling uitzonderingen opgenomen op het wettelijk verplichte elektronische berichtenverkeer. De toelichting op het wetsvoorstel vermeldt dat de aangifte inkomstenbelasting verplicht elektronisch gedaan moet worden zodra het portaal MijnBelastingdienst beschikbaar is. Ook staat daarin dat het aanvragen van toeslagen verplicht digitaal moet plaatsvinden na invoering van het wetsvoorstel. Daarnaast voert het wetsvoorstel een wettelijke basis in voor voorzieningen voor elektronisch berichtenverkeer (MijnOverheid/Berichtenbox), elektronische authenticatie (DigiD) en elektronische registratie van machtigingen en het raadplegen ervan (DigiD Machtigen). 

Verplicht elektronisch berichtenverkeer

In de toelichting op het wetsvoorstel staat dat het volledig verplicht elektronisch berichtenverkeer aansluit bij de maatschappelijke ontwikkelingen op het vlak van digitalisering en dat 95% van de aangiften al digitaal wordt ingediend. De Afdeling advisering merkt op dat deze 95% twee jaar geleden ook al werd genoemd en vraagt daarom aandacht voor de groep belanghebbenden die niet zélf in staat is aan digitale verplichtingen te voldoen (zie onder meer ook het rapport van de Nationale ombudsman "De burger gaat digitaal"). De Afdeling advisering wijst daarbij ook op twee recent bij de Tweede Kamer ingediende wetsvoorstellen tot digitalisering van het procesrecht. In de sfeer van het procesrecht vindt de regering het namelijk wél een stap te ver om een verplichting tot digitaal procederen in te voeren voor particulieren (indien zij geen gebruik maken van een rechtshulpverlener). 
Tot slot plaatst de Afdeling advisering een vraagteken bij de stand van de techniek. Om te voorkomen dat de website van de Belastingdienst vastloopt wanneer men kort voor 1 april massaal aangifte gaat doen heeft de Belastingdienst de termijn moeten verruimen voor het doen van aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2014 (15 april in plaats van 1 april) voor degenen die gegarandeerd vóór 1 juli bericht willen ontvangen.
De Afdeling advisering is daarom van oordeel dat het verplicht stellen van elektronisch berichtenverkeer met de Belastingdienst en het moment waarop die verplichting ingaat, nader dienen te worden toegelicht.

MijnOverheid/Berichtenbox in relatie tot MijnBelastingdienst en MijnToeslagen

De Afdeling advisering vraagt de regering ook in te gaan op het verloop van het verplichte elektronische berichtenverkeer in de praktijk en op de verhouding tussen MijnOverheid/Berichtenbox enerzijds en MijnBelastingdienst en MijnToeslagen anderzijds. Hoe weet een belanghebbende bijvoorbeeld dat er een bericht in zijn Berichtenbox zit (krijgt hij een notificatie per e-mail, app, of anderszins), hoe kan een belanghebbende met zekerheid worden bereikt en waarom wordt een bericht van de Belastingdienst niet geplaatst op het beveiligde webportaal van de Belastingdienst? 
Ten slotte dient volgens de Afdeling advisering de reikwijdte van de wettelijke grondslag voor het elektronisch berichtenverkeer te worden verduidelijkt, omdat die grondslag ruimer lijkt dan noodzakelijk is voor verplicht elektronisch berichtenverkeer met de Belastingdienst.
 
Lees hier het advies 
 
 

Bron: Raad van State

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Bronbelasting

0

Gerelateerde artikelen