Een adviesrapport van het Centrum voor Notarieel Recht van de Radboud Universiteit heeft geleid tot het voorstel om het erfrecht aan te passen. Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) kwam 5 februari met een ontwerp wetsvoorstel ‘Wet bescherming erfgenamen tegen onverwachte schulden'.
Het wetsvoorstel haalt volgens Freek Schols, hoogleraar Notarieel recht aan de Radboud Universiteit, de scherpe kantjes af van het beginsel dat een erfgenaam zonder meer moet instaan voor schulden van de erflater, zodra hij de nalatenschap accepteert door zich als erfgenaam te gedragen.
Nu is het bijvoorbeeld nog zo dat als kinderen een aandenken meenemen uit de boedel van hun overleden ouders, dat betekent dat ze zich als erfgenaam gedragen. En dat betekent dan weer dat ze aansprakelijk worden voor de hele nalatenschap, inclusief eventuele schulden.
Het ontwerp wetsvoorstel biedt mogelijkheden om een (gedeeltelijke) ontheffing te krijgen van die aansprakelijkheid. Het voorontwerp wordt nu ter consultatie aangeboden aan het notariaat, de advocatuur en de rechtspraak.
Advies Radboudjuristen
Het ontwerp wetsvoorstel is gebaseerd op het rapport ‘Erven zonder financiële zorgen' van Centrum voor Notarieel Recht van de Radboud Universiteit Nijmegen en Netwerk Notarissen (2012). Freek Schols is een van de auteurs. Hij is ''verheugd dat ons rapport is opgepakt en dat één van de door ons voorgestelde oplossingen in een wet wordt uitgewerkt. De wetgever heeft hiermee oog voor de veranderde samenleving waar schulden snel gemaakt zijn en familieverhoudingen - en het weten van elkaars financiële reilen en zeilen - anders zijn dan voorheen.''
Toch waarschuwt hij ook: ''Er lijkt een oplossing te komen voor erfgenamen te goeder trouw. Maar de hoofdregel, dat je moet instaan voor de schulden van de erflater, blijft bestaan. Een erfgenaam doet er dus goed aan zich te beschermen door de nalatenschap beneficiair te aanvaarden – waardoor je als erfgenaam niet aansprakelijk wordt voor schulden. We zijn benieuwd of de politiek dit voorstel ver genoeg vindt gaan.''
Bron: Radboud Universiteit
0