De Hoge Raad heeft al op 20 juni 2014 beslist dat de Belastingdienst wettelijke rente moet vergoeden over te late vergoeding van heffingsrente. Op dit moment verstuurt de Belastingdienst brieven over de afwikkeling van deze problematiek.

Vermindering voorlopige aanslag

Enkele jaren geleden bestond er discussie over de vraag op welke wijze de Belastingdienst een voorlopige aanslag kon verminderen. Dit kon door een vermindering te geven op een reeds bestaande aanslag of door het opleggen van een nieuwe (negatieve) aanslag. Het verschil tussen beide methodes zat in het al dan niet toekennen van heffingsrente (de huidige term is belastingrente).

Belastingdienst moet heffingsrente vergoeden

De Hoge Raad besliste al op 30 september 2011 (nr. 10/02171) dat het in strijd was met het zorgvuldigheidsbeginsel wanneer een inspecteur een voorlopige aanslag ambtshalve verminderde in plaats van dat hij een nadere negatieve voorlopige aanslag oplegde, zonder daarbij een vergoeding voor gemiste heffingsrente te geven. De Belastingdienst moet de heffingsrente meteen bij de ambtshalve vermindering van de voorlopige aanslag vergoeden, zo bepaalde de Hoge Raad op 28 oktober 2011 (nr. 10/02166).
 
Naar aanleiding van deze arresten ging de Belastingdienst vanaf eind 2011 over tot het alsnog uitbetalen van heffingsrente. De Hoge Raad bepaalde op 20 juni 2014 dat deze uitbetalingen te laat hadden plaatsgevonden en dat wettelijke rente moet worden vergoed over een periode die aanvangt zes weken na de ambtshalve vermindering tot aan de datum van de daadwerkelijke uitbetaling.
 

Bron: BDO

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Bronbelasting

5

Gerelateerde artikelen