De Duitse fiscale behandeling van de auto van de zaak is gewijzigd. Tegenwoordig zit men al vast aan een bijtelling voor privégebruik als de auto privé mag worden gebruikt, ook al doet de werknemer dat feitelijk niet.
Net als in Nederland wordt ook in Duitsland een werknemer die een auto van zijn werkgever tot zijn beschikking heeft, geacht een belastbaar loonbestanddeel te genieten als hij deze auto ook privé mag gebruiken. Duitsland kent de zogenoemde "1%-regeling": per maand wordt 1 procent van de nieuwwaarde van de auto volgens de Duitse cataloguswaarde belast als loon in natura.
Het woon-werkverkeer wordt door de Duitse fiscus ook als privégebruik gezien en wordt afzonderlijk belast, dus naast de bijtelling van 1 procent per maand. De belasting over woon-werkverkeer wordt berekend door de afstand in kilometers tussen de woning van de werknemer en zijn werkplek te vermenigvuldigen met 0,03 procent. De uitkomst van deze vermenigvuldiging resulteert in een percentage, dat moet worden losgelaten op de cataloguswaarde van de auto.
Voorbeeld
Een werknemer heeft een auto van de zaak tot zijn beschikking met een cataloguswaarde van € 50.000. Hij mag deze auto ook privé gebruiken. De afstand woon-werkverkeer bedraagt 30 kilometer (enkele reis). Per maand wordt dan tot zijn loon gerekend:
1% van € 50.000 = € 500
+ woon-werkverkeer: 0,03% van 30 x € 50.000 = € 450
De totale bijtelling per maand bedraagt aldus € 950, ofwel € 11.400 per jaar (hetgeen overeenkomt met 22,8% per jaar van de cataloguswaarde).
Hierover is loonbelasting, solidariteitstoeslag (5½% van de loonbelasting) en – indien van toepassing – kerkbelasting verschuldigd.
1%-regeling gewijzigd
De 1%-regeling is recent gewijzigd. Volgens – inmiddels oude – jurisprudentie van de hoogste Duitse belastingrechter mag de 1%-regeling alleen worden toegepast als de werknemer de auto van de zaak daadwerkelijk privé gebruikt. Zonder privégebruik geniet de werknemer geen voordeel, waardoor hij ook geen belasting is verschuldigd. Inmiddels is er nieuwe rechtspraak, die bepaalt dat het niet van belang is of de werknemer de auto wel of niet privé gebruikt. Belastingheffing treedt al op als de werknemer de auto privé mag gebruiken. Met andere woorden, alleen als de werknemer de auto niet privé mag gebruiken – en hij houdt zich aan dat verbod – is geen belasting verschuldigd. Aangeraden wordt om een eventueel verbod op privégebruik vast te leggen in de arbeidsovereenkomst.
Uitzondering 1%-regeling
Er geldt nog wel een uitzondering op de 1%-regeling voor gevallen waarin de werknemer de auto van de zaak privé gebruikt c.q. mag gebruiken. Als de werknemer een kilometeradministratie bijhoudt die voldoet aan de (strenge) eisen van de Duitse belastingautoriteiten en die de verdeling tussen zakelijke en privé-kilometers aantoont, wordt de belasting berekend over het daadwerkelijke privégebruik. Uit de kilometeradministratie wordt dan herleid welk percentage van het totaal aantal kilometers (exclusief woon-werkverkeer) is toe te rekenen aan het privégebruik. Dit percentage wordt vervolgens toegepast op de werkelijke kosten van de auto, waaronder afschrijving (van de aanschafwaarde van de auto inclusief btw), verzekering, onderhoud, brandstof etc. Het hieruit resulterende bedrag dient tot het inkomen te worden gerekend.
Conclusie: als weinig privé wordt gereden in de auto van de zaak, wordt aangeraden om een kilometeradministratie bij te houden. Daarin moet elke rit worden bijgehouden. Voor zakelijke ritten moeten worden vastgelegd de datum, de tijd, de bestemming (het complete adres en de naam van de bezochte relatie), de reden van de rit en de kilometerstand aan het begin en het einde van de rit. Verder moet de werknemer het begin- en het eindpunt van de rit vastleggen. De administratie moet te allen tijde up-to-date zijn. Als de administratie handgeschreven wordt bijgehouden, is het van belang dat het handschrift leesbaar is.
Voor de volledigheid merkt BDO op dat de Duitse bijtellingsregels alleen van toepassing zijn voor zover de bijtelling ter heffing aan de Duitse fiscus is toegewezen. In grensoverschrijdende situaties betekent het rijden in een auto met Duits kenteken, of in een auto van een Duitse werkgever, niet per definitie dat (alleen) de Duitse regels gelden!
Bron: BDO
178