Recent besliste de Hoge Raad dat voor de Wet waardering onroerende zaken (hierna: WOZ) ook voor ziekenhuizen de werktuigenvrijstelling moet worden toegepast bij de taxatie van de installaties. De herbouwwaarde van een ziekenhuis moet worden verlaagd met de waarde van de installaties die in hoofdzaak dienstbaar zijn aan het medische proces dat in een ziekenhuis plaatsvindt, zoals bijvoorbeeld: koelsystemen, meet en regelapparatuur en alarmsystemen. Dit zijn namelijk vrij te stellen werktuigen. In de praktijk kan dat makkelijk leiden tot verlagingen van een WOZ waarde met 15 a 20%, indien blijkt dat een gemeente niet, of in onvoldoende mate, met de vrijstelling rekening heeft gehouden.
Werktuigenvrijstelling
De Wet WOZ kent al sinds haar invoering een vrijstelling voor werktuigen. Daarin is bepaald dat bij de vaststelling van de WOZ waarde buiten aanmerking wordt gelaten de waarde van de werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht. De werktuigen maken in de regel onderdeel uit van de installaties waarvan de herbouwwaarde in beginsel integraal moet worden meegenomen in de hoogte van de vast te stellen WOZ waarde.
Aanvankelijk werd bij de invoering met name gedacht aan werktuigen binnen een (industrieel) productieproces. De reikwijdte van de vrijstelling is de afgelopen jaren steeds verder opgerekt. In de praktijk bestond al veel discussie over toepassing van de vrijstelling voor met name ziekenhuizen, verpleeg- en zorginstellingen en schoolgebouwen.
De Hoge Raad geeft daaraan (niet geheel onverwacht) een vervolg door nog eens expliciet te oordelen dat de vrijstelling niet alleen ziet op een industrieel productieproces, maar ook op (onroerende) werktuigen in ziekenhuizen, die in hoofdzaak dienstbaar zijn aan het medische proces.
Technische afschrijving installaties
Behalve dat de Hoge Raad beslist dat de werktuigenvrijstelling toepassing dient te vinden bij de WOZ taxaties van ziekenhuizen, wordt ook beslist dat de technische afschrijving van de installaties die niet onder die vrijstelling vallen, niet anders is dan voor een willekeurig kantoorpand of onderwijsgebouw. De ervaring is dat gemeenten voor installaties in ziekenhuizen uitgaan van een veel langere gebruiksduur en hogere restwaarde dan de gebruiksduren en restwaarden van installaties in gebouwen die voor ander doelen zijn bestemd en worden gebruikt. Direct uitvloeisel van de beslissing van de Hoge Raad is dus nu ook dat de technische afschrijving op een veel hoger niveau dient te worden gesteld dan nu het geval is. Ook dat zal in veel situaties leiden tot een belangrijk lagere WOZ waarde.
Belang breder dan alleen voor ziekenhuizen
Ofschoon de Hoge Raad een oordeel geeft over de toepassing van deze vrijstelling voor ziekenhuizen, is zij ook van betekenis voor verpleeg- en zorginstellingen, voor zover daar gebruik wordt gemaakt van (onroerende) werktuigen die in hoofdzaak dienstbaar zijn aan het "medisch proces". Een dergelijk vraagstuk zou zich ook kunnen aandienen bij de taxaties van andere type gebouwen, zoals onderwijsinstellingen.
Wat te doen?
Dit arrest komt op een uitgelezen moment. De gemeenten verzenden momenteel de WOZ beschikkingen. Het is belangrijk om in bezit te komen van het aan de WOZ waarde ten grondslag liggende taxatieverslag. Alleen op die wijze kan inzicht worden verkregen op welke wijze de gemeente is omgegaan met de werktuigenvrijstelling en de hoogte van de technische afschrijving. Dat verslag dient bij voorkeur te worden opgevraagd door middel het indienen van een pro forma bezwaarschrift. Dat bezwaarschrift moet binnen 6 weken na dagtekening van de WOZ beschikking door de gemeente zijn ontvangen. Afhankelijk van de inhoud van het taxatie verslag kan dan worden beslist het bezwaarschrift al dan niet te motiveren.
Bron: BDO
17