
Vroeger belde je een taxateur, die met een meetlint en een notitieblok door je woning liep, de buurt inspecteerde en na een paar dagen een rapport afleverde. Tegenwoordig is het anders. Je vult online wat gegevens in, uploadt een paar foto’s, en binnen enkele minuten rolt er een taxatierapport uit een AI-systeem. Razendsnel, efficiënt en – zo lijkt het – een stuk goedkoper. Maar wat kost zo’n geautomatiseerde dienst nu echt?
Inspiratie voor deze column komt van een recente uitspraak (Rb. Oost-Brabant 16 april 2025, ECLI:NL:RBOBR:2025:2281). Voor een taxatierapport in een WOZ-procedure kent de rechtbank hierin een proceskostenvergoeding toe van welgeteld € 5. De reden: het taxatierapport is grotendeels tot stand gekomen door een computermodel en door de taxateur gecontroleerd en digitaal ondertekend, hetgeen de taxateur vijf minuten kostte. Alleen die vijf minuten komen volgens de rechtbank dus voor vergoeding in aanmerking. Belangrijk detail: de taxateur wordt door de rechtbank wel aangemerkt als een deskundige met kennis en ervaring.
De uitspraak kan uiteraard niet los worden gezien van de antipathie die no-cure-no-pay-bureaus oproepen door de overvloed aan procedures die de raderen van de systemen hebben doen vastlopen. Het recent verschenen jaarverslag van de Raad voor de Rechtspraak spreekt ten aanzien van de WOZ van uitgelokt meeliftgedrag, omdat kleine waardeverschillen tot een gegrond beroep leiden. De Raad rapporteert in 2024 een stijging van 104% van de instroom van WOZ-zaken bij de rechtbanken. Hoewel zo’n stijging uiteraard zorgwekkend is, roept de uitspraak van de rechtbank bij mij de vraag op wat een redelijke (proceskosten)vergoeding is, nu steeds meer diensten digitaal worden ondersteund.
Op het eerste gezicht lijkt een AI-taxatie bijna gratis. Er is geen menselijke taxateur die uren moet besteden aan een bezoek en een rapportage. De software draait immers toch al, en een extra taxatie kost nauwelijks extra rekenkracht. Maar schijn bedriegt. De ontwikkeling van een betrouwbaar AI-model is een kostbare aangelegenheid. Denk aan de investering in data: gegevens van duizenden woningtransacties moeten worden aangekocht en geanalyseerd. Vervolgens zijn er programmeurs, data-analisten en AI-specialisten nodig om een model te bouwen, te trainen en te testen. Het model moet vervolgens up-to-date blijven, nieuwe data moeten worden toegevoegd en fouten gecorrigeerd. Ook de servers, beveiliging, en cloudopslag brengen kosten met zich mee. Kortom, de initiële investering is hoog en de operationele kosten zijn niet te verwaarlozen.
Ter vergelijking: de totale kosten voor de uitvoering van de Wet WOZ bedragen € 25 per object, maar dat is een gemiddelde bij een totaal van 9,2 mln. WOZ-objecten. Het voormelde bedrag bevat daarnaast ook de kosten die gemeenten maken voor bezwaar en beroep. Een desktoptaxatie voor een individueel pand kost bij een grote, bekende marktpartij € 95. In die prijs zullen alle kosten zijn verwerkt, en ook een winstmarge. In de proceskostenvergoeding van € 5 kan de prijs van de techniek en het model dus niet op een redelijke wijze zijn betrokken, nog los van de opstartkosten van een opdracht. De kostprijs per taxatie zal in de toekomst mogelijk dalen door automatisering, maar dat maakt een taxatie geen ‘gratis’ druk-op-de-knop-product.
Informatiesoort: Uitvergroot
Rubriek: Waardering onroerende zaken