Dit jaar bestaat het belastingpakket uit maar liefst 15 wetsvoorstellen die naar de Tweede Kamer zijn gestuurd. Het pakket bevat 'noodzakelijke maatregelen voor de samenleving en het belastingstelsel', waaronder armoedebestrijding, het halen van klimaatdoelen en vereenvoudiging van het belastingstelsel. Hieronder staat in het kort wat de plannen omhelzen.
Maatregelen waardoor mensen rond het minimuminkomen netto meer moeten overhouden per maand, zijn:
- Het verhogen van de arbeidskorting met 115 euro. Hierdoor houden werkenden met een inkomen tussen het minimumloon en een modaal inkomen netto meer geld over.
- Het schrappen van de halvering van de jonggehandicaptenkorting.
- Het bevriezen van de afbouw van de dubbele algemene heffingskorting voor mensen in de bijstand in 2024.
- Het kindgebonden budget gaat omhoog met maximaal € 750 voor het eerste kind, met maximaal € 883 voor het tweede en volgende kind en met € 400 voor kinderen tussen 12 en 17 jaar.
- Vanaf 2025 past het kabinet het toeslagpartnerbegrip aan. Dat zorgt er bijvoorbeeld voor dat grootouders die bij hun kind gaan wonen in een mantelzorgsituatie, niet meer gekort worden op hun toeslagen.
- De huurtoeslag gaat omhoog met maximaal € 416.
- Mensen die hun energierekening niet kunnen betalen, kunnen tot en met maart 2024 een beroep doen op het Tijdelijk Noodfonds Energie.
Ter dekking van enkele van deze uitgaven wordt het aanvangspunt voor het toptarief van de inkomstenbelasting, de tweede en derde schijf voor gepensioneerden niet volledig geïndexeerd met de inflatiestijging maar wel met 3,55 procent. Mensen met een hoger inkomen gaan hierdoor iets meer inkomstenbelasting betalen.
Reizen
De onbelaste reiskostenvergoeding gaat omhoog van 21 naar 23 cent per kilometer en werkgevers krijgen een verruimde belastingvrijstelling voor het verstrekken van OV-abonnementen en voordeelurenkaarten. Er is geen belasting verschuldigd als de werknemer de OV-kaart voor zakelijke reizen gebruikt.
Versobering voor ondernemers, vermogenden, rokers en drinkers
Er worden financiële tegenvallers verwacht in de geraamde opbrengst van de wereldwijde minimum winstbelasting voor multinationals van 15 procent (Pijler 2) en het uitstel van het nieuwe stelsel van box 3 van 2026 naar 2027. Om de overheidsfinanciën gezond te houden gaat het kabinet snijden in een aantal fiscale regelingen.
- Verlaging van de mkb-winstvrijstelling van 14 procent naar 12,7 procent. Door deze vrijstelling hebben (IB-)ondernemers nu een lagere belastingdruk dan werknemers. Met de verlaging van het percentage verkleint het kabinet het verschil in fiscale behandeling van werknemers en ondernemers in de inkomstenbelasting. Vooral ondernemers met een hoger inkomen betalen hierdoor belasting over een groter deel van hun winst of inkomen.
- Het kabinet heeft ook besloten om de accijnzen op sigaretten en shag te verhogen. Hierdoor kost een pakje sigaretten (20 stuks) vanaf 1 april 2024 gemiddeld € 10,70 en een pakje shag (50 gram) € 24,14 inclusief btw. De accijnzen op alcohol worden eenmalig geïndexeerd.
- Door het uitstel van het nieuwe box 3-stelsel box worden de inkomsten uit box 3 lager. Om dat op te vangen, is ervoor gekozen om eenmalig het heffingvrije vermogen niet te indexeren in 2024. Dit blijft € 57.000. Normaal wordt het heffingvrije vermogen jaarlijks geïndexeerd op basis van de inflatie. Daarnaast wordt de belasting in box 3 in 2024 al een jaar eerder met een extra procentpunt verhoogd, van 32 procent naar 34 procent.
Vereenvoudiging belastingstelsel
Om het belastingstelsel evenwichtiger en eenvoudiger te maken, heeft het kabinet in het coalitieakkoord afgesproken belastingconstructies aan te pakken en fiscale regelingen die negatief geëvalueerd zijn te versoberen of af schaffen.
- In lijn hiermee wil het kabinet de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling aanmerkelijk belang (DSR ab) behouden, maar wel in aangepaste vorm omdat ze voorkomen dat bij een bedrijfsoverdracht het voortbestaan van een bedrijf in gevaar komt omdat er schenk- of erfbelasting moet worden betaald. Het kabinet neemt in totaal zes maatregelen om de regeling de komende jaren robuuster en eenvoudiger te maken.
- Ook de bijzondere regelingen in de motorrijtuigenbelasting en het verlaagde btw-tarief zijn recent geëvalueerd. Er worden eerste stappen gezet door in dit Belastingplan een aantal regelingen te versoberen af te schaffen omdat deze niet of beperkt doeltreffend en doelmatig zijn.
In de motorrijtuigenbelasting worden vier regelingen afgeschaft en twee versoberd. Bezitters van kampeerauto’s betalen nu slechts een kwart van de belasting die bezitters van personenauto’s betalen. Het kabinet wil dat voor kampeerauto’s in de toekomst de helft gaan betalen; mede omdat kampeerauto’s in vergelijking tot personenauto’s relatief meer CO2 uitstoten. Daarnaast is het mogelijk om een kampeerauto tijdelijk te schorsen, waardoor er in de praktijk vaak nog minder wegenbelasting betaald hoeft te worden.
Per 2028 wordt ook de oldtimerregeling aangepast, waardoor alleen motorrijtuigen die voor 1988 zijn gebouwd nog in aanmerking komen voor de regeling.
Vooralsnog wordt er één verlaagd btw-tarief afgeschaft: het verlaagd btw-tarief voor inputgoederen in de agrarische sector. Het doel van de regeling is in 2018 komen te vervallen.
Klimaat
Afgelopen voorjaar heeft het kabinet met het klimaatpakket een aantal fiscale vergroeningsmaatregelen aangekondigd. Hier bovenop komen aanvullende maatregelen. Het gaat om afspraken die voortkomen uit het convenant glastuinbouw, waaronder de CO2-heffing voor de glastuinbouw per 2025 en het afschaffen van de verlaagde tarieven energiebelasting voor de glastuinbouw.
De minimum CO2-prijs voor de elektriciteitssector en de industrie gaat vanaf 2024 omhoog, naar 51,70 euro per ton CO2. Ook worden de vrijstellingen op de energie- en kolenbelasting voor producenten van ijzer en bouwmaterialen afgeschaft.
Om de ingroei van emissievrije personenauto’s te versnellen en de aanschaf van tweedehands elektrische auto’s te subsidiëren, wordt het vaste tarief van de bpm per 2025 verhoogd met 200 euro.
Verder moedigt het kabinet duurzame investeringen door ondernemers aan en maakt daarom meer geld vrij voor de energie-investeringsaftrek, milieu-investeringsaftrek en Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk.
Bron: Ministerie van Financiën